missionarissen van afrika
missionnaires d’afrique

L A V I G E R I E . be
Getuigenis

Op het ogenblik Afrika te verlaten…

FLASH N° 033 - november 2012
zaterdag 1 december 2012 door D.F. (Vertaling), Webmaster

[marron]Pater Jan Renis heeft onlangs Afrika definitief verlaten na een dienst van 56 jaren. Ziehier hoe hij, in een zeer mooie tekst, zijn “missionarisleven” vertelt :[/marron]

Hoe beter een antwoord te geven op al die mooie woorden die we tijdens de Mis en in de loop van het feestmaal gehoord hebben dan door jullie ‘van zeer hoog’ te vertellen wat ik gedurende die 56 jaren missionarisleven in Afrika beleefd heb ? Niet, zoveel is zeker, om te vertellen wat ik gedaan heb, maar om te laten bewonderen wat de Heer gedaan heeft en waarvan ik de bevoorrechte getuige ben geweest. Deze geschiedenis van 56 jaren van genade – en die geschiedenis is nog niet geëindigd ! – die kan ik niet beter samenvatten dan door het [mauve fonce]vers 6 van psalm 22[/mauve fonce] (De Heer is mijn herder) aan te halen: ‘[bleu] Genade en geluk vergezellen me alle dagen van mijn leven, ik zal wonen in het huis van de Heer voor de lengte van mijn dagen. [/bleu]’ Het eerste deel van dit vers is het licht op mijn verleden; het tweede een belofte en een uitnodiging voor mijn toekomst.

Ik werd priester gewijd in 1956. Mijn eerste benoeming was studies te doen in ‘Lovanium’, een universiteit die kort ervoor gesticht werd in Leopoldstad, de hoofdstad die nog niet Kinshasa heette. We waren met drie jonge priesters van 25 en 26 jaar die de eerste gemeenschap gingen vormen van de Missionarissen in de hoofdstad van Congo. De studies die ik er moest doen interesseerden me helemaal niet, ik heb ze gedaan uit gehoorzaamheid, en begreep hierbij wel dat deze beantwoordden aan een prioriteit van de bisschoppen van Centraal Afrika : het verstevigen van de kleinseminaries… En ik heb er een tijd over gedaan om te begrijpen – en wellicht heb ik nog altijd niet het belang ervan gemeten – om mijn missionarisleven te beginnen met een daad van gehoorzaamheid, een offer. Het gemeenschappelijk leven met de Congolese, Rwandese, Burundese en ook een groot aantal Europese studenten – we namen onze maaltijden samen in het universitaire restaurant – was een verrijking en een goede voorbereiding op ons toekomstig ministerie. Bij onze studiegenoten waren er personen die later zeer bekend zijn geworden zoals Etienne Tshisekedi en Barthélémy Bisengimana, en bij de studentenpriesters een groot aantal toekomstige bisschoppen.

Na die vier jaren studies, begint mijn ‘Rwandese periode’ die 23 jaar ging duren, van 1960 tot 1983, vooral doorgebracht in kleinseminaries en het ‘seminarie voor late roepingen’. Gedurende 26 jaren heb ik, (als men er de 6 jaren rectoraat in de Rusizi bijtelt), 26 jaren seminarierector geweest, taak die uitlegt dat ik, spijtig genoeg, nooit echt een parochiale ervaring heb kunnen beleven. Het is gedurende die periode van mijn leven dat ik datgene heb ontvangen wat ik als de grote genade van mijn leven beschouw: te hebben mogen samenwerken met P. Dominique Nothomb en Monseigneur Forissier voor het stichten van de Charismatische Vernieuwing in Rwanda. Het was een heerlijke ervaring, vergelijkbaar met een ‘nieuwe geboorte’, en die ontelbare vruchten blijft voortbrengen in de Kerk van Rwanda.


In 1983 werd ik benoemd als professor en begeleider in ons nieuw vormingshuis van de Rusizi. Ik ben er 10 jaar gebleven. Ik herinner me met grote dankbaarheid vooral de eerste jaren waarin het me gegeven werd een uitzonderlijk groepsleven te beleven van gebed, van uitwisseling en van nadenken over de problemen van de vorming van Afrikaanse Witte Paters. Dan volgde er een periode van 7 jaren die moeilijk samen te vatten is, in Goma, eerst in het retraitehuis en het huis van geestelijke vorming van Maria-Mama te Buhimba, daarna in de stad in het ‘Maison Lavigerie’. Na een begin van intens werk gewijd aan de animatie van retraites, van recollecties, van sessies, jaren van harte beproevingen : de onlusten in Rwanda, de volkerenmoord, de aankomst van honderdduizenden vluchtelingen, de verschrikkelijke cholera-epidemie, de onveiligheid… We zijn verschillende malen geplunderd geweest te Buhimba, werden twee maal aangevallen in het ‘Maison Lavigerie’. Deze confrontatie met de vloed van de machten van het Kwaad zal altijd een mysterie blijven, maar leert het Boek van de Openbaring ons niet dat de komst van het Rijk de strijd en de overwinning is van het Lam op het ‘Beest’ ?

Ik zal kort zijn over ‘mijn Algerijnse periode’ begonnen in december 2000, toen de Algemene Raad zijn goedkeuring gaf om een ‘gebedscommunauteit’ te vormen. Ik had gehoopt deze te kunnen beleven in Jeruzalem, plaats van herbronning van de Sociëteit. Maar de kleine gemeenschap van vier confraters die wij vormden – we hadden allen ons missionarisleven in Centraal Afrika doorgebracht – werd naar Algerije gezonden. Na een poging die bijna 4 jaren geduurd heeft, voor een groot deel beleefd in Touggourt, bleek ons project van gebedgemeenschap een illusie te zijn… Was het daarom een mislukking ? Helemaal niet !
Wij hebben in Touggourt een mooie en rijke ervaring beleefd van gebed in de woestijn, in een moslimmidden, en vooral onze kijk op de missie, in contact met de ‘spiritualiteit van de aanwezigheid’ van onze confraters in een moslimmidden, is hierdoor heel wat dieper geworden. Maar in 2004, was het de terugkeer naar de vertrekplaats : Bukavu en de D.R. Congo.

Gedurende 6 jaren heb ik, in Bukavu de genade en de vreugde gekend voltijds benomen door de geestelijke animatie van congregaties, van gemeenschappen en van personen. Dan werd ik benoemd als verantwoordelijke van de gemeenschap in het Huis Lavigerie in Goma.

En nu, mijn toekomst ? Ik ben ervan overtuigd dat mijn leven, in Europa, fundamenteel, en ondanks al de materiële en relationele veranderingen, helemaal hetzelfde zal blijven in die zin dat de Geest zal verder zetten wat Hij begonnen is te bouwen en weer op te bouwen in mij. Ik heb in het begin gezegd: ‘[bleu] Genade en geluk vergezellen me al de dagen van mijn leven [/bleu]’… Ondanks mijn mislukkingen, mijn fouten en mijn vergissingen, heeft men het kunnen vaststellen bij het lezen van deze getuigenis. Voor de tijd die me te leven blijft, heb ik vertrouwen en ik hoop : ‘[bleu] ik zal wonen in het huis van mijn Heer voor de lengte van mijn dagen [/bleu]’. Hoe zal dit gebeuren ? Wat de Heer in ons zal doen is altijd mooier dan wat we gedroomd hebben dat Hij voor ons zou doen. Alles is genade.

Aan al degenen die deze getuigenis zullen lezen vraag ik te bidden voor mij. Moge de Heer me de Geest van het kind zijn geven !

Pater Jan Renis
Reinpadstraat 78
3600 Genk
 

Homepagina | Contact | Overzicht van de site | | Statistieken van de site | Bezoekers : 395 / 1154775

De activiteit van de site opvolgen nl  De activiteit van de site opvolgen Getuigenissen - Gebeurtenissen   ?    |    titre sites syndiques OPML   ?

Site gebouwd met SPIP 3.0.28 + AHUNTSIC

Creative Commons License