missionarissen van afrika
missionnaires d’afrique

L A V I G E R I E . be
De gemeenschap van de Witte Zusters in Tunis

“Ik kom in uw huis…”

RELAIS P.B. MAGHREB N°18 – Feb. 2013
woensdag 6 februari 2013 door D.F. (Vertaling), Webmaster

[vert]“…Door Jezus Christus maakt God ons tot deelgenoten aan zijn scheppingwerk…”[/vert]

  • [marron]In congregatie, willen wij het Rijk opbouwen door ons in te zetten samen met andere volken, culturen, godsdiensten, en ook met elke persoon die zoekt zin te geven aan zijn leven. Wij willen de solidariteit, de gastvrijheid beleven in de rechtvaardigheid. In gemeenschap, willen wij het volk begeleiden naar hetwelk wij gezonden zijn, zoals Jezus met de leerlingen van Emmaüs.[/marron]

In de lijn van de hernieuwde visie van de Missie van het Kapittel van 2011, heeft onze gemeenschap onlangs een nieuwe ervaring gedaan van het [bleu marine]“gemeenschappelijk huis”[/bleu marine] met een Belgisch koppel dat in Canada verblijft. Inderdaad, van 31 december 2010 tot 15 juni 2012, hebben wij op de verdieping van het Studiehuis, die leeg gebleven was sinds het vertrek van de gemeenschap, Charles en Gaëlle De Buck ontvangen, samen met hun twee kinderen : Jehanne, 2 en een half jaar en Raphaël die hier zijn 8 maanden heeft bereikt.

De ervaring is mooi en onverwacht geweest.

De twee huizen zijn op 30 stappen van elkaar. Wij hebben geleefd in het wederzijds respect, in het spiritueel delen, want Gaëlle en haar baby namen deel aan onze dagelijkse Eucharistie, en we hebben hen, bij gelegenheid, uitgenodigd om samen met ons te bidden. De kleine Jehanne heeft zci vlug aangepast en zei altijd telkens hij iemand van ons ontmoette: “Nu, kom ik in uw huis”. En wanneer men haar zegde dat het nu het uur van het gebed was, antwoordde ze : “Ik kom met u bidden”.


Heel de gemeenschap : Zr. Monique de la Chevrelière,
Zr. Thérèse Namakoma draagt Jehanne op haar rug,
Gaëlle met haar zoon Raphaël in de armen,
Zr. Franceline Hien, Charles, Zr. Marie-Melika
en Zr. Maria Hernandez, stralen van blijdschap.
  Gaëlle, haar moeder, heeft de cursus van Tunesisch Arabisch gevolgd die gegeven wordt in het Studiehuis. Het koppel heeft ons verschillende malen uitgenodigd, samen met hun vrienden en kennissen voor een uitwisseling. Gaëlle wist haar ontmoeting met de moslims te waarderen en zij heeft zich spoedig ingezet in een groep van moslim-christelijke dialoog. In het kader van onze activiteiten in et Studiehuis, heeft zij ook een conferentie gegeven over het onderwerp “Hoe staan tegenover de broosheid”. Wat Charles betreft, hij is tevreden geweest van de vooruitgang die hij gerealiseerd heeft in zijn studie van de Arabische taal. Door de vriendelijke ontvangst van Charles en Gaëlle bij hen thuis op de verdieping, hebben nog andere personen, buiten de studenten van de cursus van Arabisch, het huis regelmatig bezocht evenals de ruimte van het “[bleu marine]gemeenschappelijk huis[/bleu marine]”.

Dat gemeenschappelijk huis opbouwen wordt concreet gemaakt in ons leven. Ingeschakeld in een maatschappij van gelovigen waar sommige aspecten van hun praktijken en van hun levenswijze een evangelische smaak hebben, voelen wij ons spontaan ertoe gebracht dit gemeenschappelijk huis op te bouwen want “zij die ons ontvangen, ontvangen Degene die ons gezonden heeft”. De uitwisseling van twee Tunesische vriendinnen, die met vertrouwen hun getuigenis van moslimgeloof uiteen zetten in de kring van de relaties van het Studiehuis, moedigt ons aan op deze weg.

Altijd in die geest, hebben degenen onder ons die een activiteit hebben in het instituut deze samenwerking met hun werkploeg ervaren als een manier van leven in het gemeenschappelijk huis waar elkeen aanvaard wordt volgens haar persoonlijkheid. Monique vormt gemeenschap met haar ploeg in de bibliotheek “Studiecentrum van Karthago”, evenals Melika met de broeders Marianisten in het college. Door onze wortels te steken in ons behoren tot de Zusters Missionarissen van Onze Lieve Vrouw van Afrika, weten we dat elk van ons hier is omdat zij gegrepen werd door Christus voor zijn zending en gezonden door de Congregatie. Ons ‘JA ‘om daar te zijn, als getuigen van de Liefde, en ons engagement om de vriendschap te beleven met dit volk, drukt die betekenis uit van het behoren tot de Congregatie en tot het “[bleu marine]gemeenschappelijk huis[/bleu marine]”.

De gemeenschap van Tunis Raspail
 

Bij een uitnodiging op het terras. Zr. Franceline Hien gezeten op de grond met een baby in haar armen.

Homepagina | Contact | Overzicht van de site | | Statistieken van de site | Bezoekers : 279 / 1154775

De activiteit van de site opvolgen nl  De activiteit van de site opvolgen Afrika  De activiteit van de site opvolgen Tunesië   ?    |    titre sites syndiques OPML   ?

Site gebouwd met SPIP 3.0.28 + AHUNTSIC

Creative Commons License