missionarissen van afrika
missionnaires d’afrique

L A V I G E R I E . be

Lignes de fracture N°74 Breuklijnen

Août - Augustus 2013
vendredi 6 septembre 2013 par J.V.

[marron] ON PEUT ABATTRE LE RÊVEUR, MAIS PAS SON RÊVE[/marron]

50 ans déjà, 50 ans à peine que le Révérend King exprimait son rêve à haute voix. Le rêve d’une Amérique qui ne mépriserait plus une partie de ses enfants, les estimant incapables de prendre part à la vie publique (droit de vote) ou indignes de vivre en harmonie avec leurs "frères blancs" (lois ségrégationnistes, assorties de nombreuses interdictions).

Le 28 août 1963 a donc marqué un tournant définitif dans l’Histoire des USA. Ce jour-là, 250 000 citoyens américains, Noirs et Blancs, jeunes et vieux, ont pris ensemble la route menant vers le Mémorial Lincoln à Washington afin de faire entendre leurs voix et de montrer leur intime conviction, comme leur détermination à, enfin, vivre dans un Etat de droit digne de ce nom. Une "ultime" manifestation qui a permis au mouvement des Droits civiques de sortir de l’ombre et de la paranoïa dans laquelle les Etats (principalement sudistes) voulaient l’enfermer. Révélant aux yeux du monde le visage tuméfié d’une Amérique menacée (d’emprisonnement, de représailles, voire de lynchage en cas de participation à la marche) mais déterminée à ce que cesse l’injustice raciale et sociale.

Emmenée par le très charismatique Martin Luther King, devenu figure de proue de ce mouvement malgré lui, la foule réaffirme sa volonté d’obtenir des droits égaux pour tous sans violence. Ce jour-là, inscrit dans l’ombre de la statue de Lincoln, King rappelle les promesses non tenues faites aux citoyens afro-américains un siècle plus tôt, le 1er janvier 1963. Au moment de la proclamation de l’émancipation des esclaves par Abraham Lincoln. Car, dans les faits, rien n’a changé pour les Afro-Américains qui restent des citoyens de seconde zone.

Le mercredi 28 août 2013, au même endroit, le président Obama a salué la mémoire de celui qui, malgré les coups et les menaces, a rendu le rêve possible.

Karin Tshidimba , in De Standaard du 28 août 2013
 



[vert]Getuigenis van Clarence Benjamin Jones, vriend, rechterhand en speechschrijver van MLK[/vert]

Hoewel de geschiedenis anders doet vermoeden, kwam de I have a dream-speech van Martin Luther King moeizaam tot stand. Jones : "We wisten dat dr. King een toespraak moest houden, maar door alle beslommeringen rond de organisatie waren we daar maar niet aan toegekomen. De avond voor de grote dag hadden we nog altijd niets op papier staan. We waren met een man of vijf in zijn kamer in het Willard Hotel aan het filosoferen en het brainstormen over welke boodschap we nou wilden vertellen. Maar we raakten het maar niet met elkaar eens. Toen vroeg dr. King mij om in een andere kamer alle gedachten die we hadden uitgesproken op papier samen te vatten. Dat werd het concept van de speech."

"Veel mensen weten dat niet, maar de toespraak die dr. King hield was niet de speech die we bedacht hadden. Ik zie het nog zo gebeuren. Ik stond denk ik een meter of tien, vijftien van Martin vandaan, toen hij die gigantische menigte ging toespreken. Ik zag dat hij op een gegeven moment de papieren voor zijn neus opzijschoof. Voor hem, op het bordes, zat Mahalia Jackson, zijn favoriete gospelzangeres. Ze riep opeens : "Vertel ze over je droom, Martin ! Vertel ze over je droom !" Ze herinnerde aan een toespraak van King die hij eerder gaf in Detroit. Die deed hij toen voor een deel over. Vraag me niet hoe. Want hoe dr. King die dag sprak, om twee uur ’s middags op 28 augustus, zȯ had ik hem nog nooit horen spreken. Alsof een onzichtbare, kosmische kracht zijn lichaam had overgenomen."

"Als je de speech leest, is die tekst helemaal niet zo indrukwekkend. Hij stond bol van thema’s die benoemd moesten worden. Maar bedenk dat daar 200 000, misschien wel 300 000 mensen waren, blank en zwart (ndlr. volgens een ooggetuige waren er meer blanken dan zwarten !), en dr. King wist dat dit het moment was. Hij voelde de extase die zich van zijn publiek meester maakte. De impact was alleen maar groter omdat veel mensen dr. King voor het eerst hoorden spreken. De grote tv- en radiostations coverden de hele dag. De dag erna stond hij op alle voorpagina’s. Nooit eerder wist hij zo veel mensen tegelijkertijd te bereiken, in huiskamers in de hele VS. Ze hadden wel over hem gehoord, maar nu hȯȯrden ze hem ook voor het eerst spreken. Daardoor wonnen zijn woorden alleen maar aan kracht."

De droom van Martin Luther King is grotendeels uitgekomen. King noch ik had kunnen voorzien dat zo’n 40 jaar na die legendarische dag een Afro-Amerikaanse man tot president van de Verenigde Staten zou worden verkozen. Maar wat ik wel kan zeggen, zonder enige overdrijving, is dat de verkiezing van Barack Obama in 2008 alleen mogelijk was dankzij het transformerende effect van het leiderschap van King. Toen Obama president werd, heb ik gehuild. Niet zozeer omdat hij president werd, maar om al die mensen die in de burgerrechtenstrijd om het leven zijn gekomen. Veel van hen heb ik persoonlijk gekend. Inclusief mijn goede vriend Martin Luther King. Zij hebben de weg bereid voor de president. Trouwens, toen ik de president ontmoette en hem dat vertelde, was hij het volledig met me eens."

In Knack van 28 augustus 2013
 
"Je vous le dis aujourd’hui, mes amis, malgré les difficultés et frustrations du moment, je fais encore un rêve. C’est un rêve profondément enraciné dans le rêve américain. Je rêve qu’un jour cette nation se lèvera et vivra selon la véritable signification de son credo : "Nous tenons pour évidente cette vérité que tous les hommes sont créés égaux." Je rêve qu’un jour, sur les collines rouges de Géorgie, les fils des anciens esclaves et les fils des anciens propriétaires d’esclaves pourront s’asseoir ensemble à la table de la fraternité. Je rêve qu’in jour l’Etat du Mississippi lui-même, un Etat désert qui étouffe dans la fournaise de la haine et de l’injustice, sera transformé en une oasis de liberté et de justice. Je rêve que mes quatre jeunes enfants vivront un jour dans une nation où ils ne seront pas jugés sur la couleur de leur peau, mais sur leur personnalité.

Je fais un rêve aujourd’hui.

Je rêve qu’un jour l’Etat d’Alabama, dont le gouverneur n’a actuellement à la bouche que les mots d’interposition et d’annulation, se transformera en une terre où les petites filles et les petits garçons noirs pourront donner la main aux petites filles et aux petits garçons blancs et aller ainsi, la main dans la main, comme des sœurs et des frères.

Je fais un rêve aujourd’hui. (ndlr. Les gens se donnaient la main et se balançaient d’avant en arrière, tout en criant : "Continue à rêver.")

Je rêve qu’un jour les vallées seront élevées et les collines et les montagnes abaissées. Ce qui est inégal sera aplani et ce qui est tordu sera redressé. Et la gloire du Seigneur sera révélée et toute chair la verra.

/…/

Quand nous laisserons résonner la liberté, quand nous la laisserons résonner dans chaque village et chaque hameau, chaque Etat et chaque ville, nous pourrons hâter le jour où tous les enfants de Dieu, Noirs et Blancs, juifs et gentils, protestants et catholiques pourront se prendre par la main et chanter les paroles du vieux negro spiritual : [bleu]’Enfin libres ! Grâce en soit rendue au Dieu tout-puissant ; nous sommes enfin libres !’[/bleu]


[marron] VERKIEZINGEN IN DE ARABISCHE WERELD STELLEN WEINIG VOOR[/marron]

Wat vele Egyptenaren en Syriërs aan de wereld laten zien, is niet dat de islam gewelddadig is, maar dat de meeste Arabieren, van welke religie dan ook, gevangen zitten in een vastgeroeste stammen-mentaliteit.
Dat deze bekrompen geesten in staat zijn om – tijdens zo’n bloedige stammenoorlog – zelfs hun eigen kinderen te vernietigen, bewijst de inzet van de recente gifgasaanval in Damascus. Mogelijk zijn er meer dan duizend burgers omgekomen. Waarom ? Omdat stamdenken domineert, niet het gezonde verstand. Bij de stichting van de islam positioneerde profeet Mohammed zich als fel tegenstander van dat stamdenken. Het moest maar eens afgelopen zijn met bloedvetes die van vader op zoon werden doorgegeven. Hij zocht naar manieren om dit stamdenken te doorbreken. Tevergeefs, zo blijkt.

[vert]Grillen en wetjes[/vert]

Nog steeds is het zo dat als de ene Arabische partij aan de macht komt, de oppositie zich helemaal moet onderwerpen aan de grillen en wetjes van de machthebber. De wil van de meerderheid wordt door de strot van de minderheid geduwd. De Moslimbroeders, met Morsi als democratisch gekozen leider, toonden dit maar weer eens aan.

Die vorm van politiek heeft niets te maken met democratie zoals wij die in het Westen kennen. Arabische verkiezingen stellen weinig voor als de dreiging van stammenoorlogen blijft aanhouden. Nu dondert het in Egypte en Syrië. Ongetwijfeld zal binnenkort in Saudi-Arabië een strijd losbarsten als de bodem van de oliegelden is bereikt.

Elke verandering in het politieke systeem (lees : nieuwe machtsverhoudingen tussen stammen) gaat in bijna alle Arabische landen gepaard met gewelduitbarstingen. Nu zijn in Egypte de christelijke Arabieren slachtoffer van laffe pyromanen. Zij willen ons doen geloven dat het om een geloofsstrijd gaat.

[vert]Niet de schuld van de islam[/vert]

Het lukt ze aardig, want in het Westen denken veel mensen dat het allemaal de schuld is van de islam. WXat in wezen niet zo is. Kijken we bij voorbeeld naar de politieke realiteit, dan zien we het volgende : Arabische christenen worden door Arabische moslimbroeders gewantrouwd omdat ze het eigen leger, dat momenteel een heilige oorlog lijkt te voeren tegen de moslimbroeders, massaal steunen.

Dat religie eigenlijk geen rol speelt in de stammenstrijd, maar er wel vaak met de haren wordt bijgesleept, bewijzen de Arabische christenen. In het verscheurde land Syrië kiezen zij liever voor de dictator Assad. Tussen de twee kwaden, de terreur van de seculiere dictator of de terreur van de moslimextremisten, kiezen zij voor wat ze al decennialang kennen. Gebrek aan tolerantie en respect voor minderheden leidt altijd tot dictatuur van de sterksten. In Arabische landen is dat al eeuwenlang schering en inslag. Arabieren zijn nu eenmaal niet gewend te luisteren naar minderheden met minder geld, minder status of minder macht. Laat staan naar mensen met een ander geloof, dat niet afkomstig is van het monotheïstische gedachtengoed.

Die arrogante houding zit diep in de Arabische cultuur verankerd en dateert van ver voor de islamitische jaartelling. Voor een toerist in een Arabisch land is dat tegenwoordig te zien in het chaotisch verkeer. Van Marokko tot Syrië : automobilisten met een grotere bak wijken geen millimeter voor minderbedeelden.

Het zal nog een tijd duren voordat Arabieren, hetzij christen of moslim of anderszins, kunnen omgaan met de democratie zoals wij die in het Westen kennen. Arabieren zijn namelijk ernstig verslaafd aan hun stammen-mentaliteit. Niemand denkt zelf na, men doet wat de stamleider zegt. /…/

Youssef Azghari , Marokkaanse Nederlander, docent en auteur
in De Standaard van 26 augustus 2013
 

[marron] LE SAINT-SIÈGE PROFONDÉMENT OPPOSÉ À UNE INTERVENTION EN SYRIE[/marron]

Dans son édition du lundi 28 août, l’[bleu] Observatore Romano [/bleu] ne cachait pas son opposition à une intervention militaire des Occidentaux en Syrie. Le quotidien du Vatican relayait ainsi les propos du nonce apostolique à Damas, Mgr Mario Zenari, exhortant, ces dernières semaines, à la prudence et à la sagesse. L’observateur permanent du Saint-Siège auprès de l’ONU, Mgr Silvano Tomasi, avait, lui, affirmé un peu plus tôt ; qu’au vu de "l’expérience au Moyen-Orient, en Irak, en Afghanistan, de telles interventions armées n’apportaient aucun résultat constructif."

Cela risquerait même d’entraîner "une guerre mondiale", s’est alarmé à son tour Mgr Antoine Audo, évêque chaldéen d’Alep, appelant de ses vœux "une force internationale qui aide à dialoguer". Dans le même sens, le pape avait rappelé à la communauté internationale, lors de l’Angélus du 25 août, que "ce n’est pas l’affrontement qui offre des perspectives d’espérance pour résoudre les problèmes, mais la capacité de rencontre et de dialogue".

Cette position manifestement unanime au sein de l’Eglise s’appuie traditionnellement sur la doctrine de la "guerre juste", progressivement définie par l’Eglise pour arbitrer entre les devoirs évangéliques de non-violence et de solidarité avec les plus faibles. Sept critères sont habituellement utilisés pour décider si le recours à la violence est tolérable, et donc justifiable à un moment donné.

Il faut d’abord une cause juste. Dans le cas syrien, il est évident, explique Mgr Gérard Defois, archevêque émérite de Lille et ancien président de Justice et Paix Europe, "qu’attaquer une population civile avec des armes chimiques est inhumain et que l’on doit légitimement protéger des vies innocentes". Mais à ses yeux, les six autres critères ne sont pas remplis. Car il faut une autorité compétente, en l’occurrence ici l’ensemble du Conseil de sécurité de l’ONU : "Une action qui passerait outre au veto de la Russie et de la Chine risquerait de reproduire la division de jadis entre blocs de l’Ouest et de l’Est, avec de graves conséquences." Il faut encore mettre en œuvre une justice comparative, en considérant qu’il n’y a jamais de "justice absolue" d’un seul côté. Or, s’interroge Mgr Defois, "les Occidentaux ont-ils cherché à comprendre les motivations du président Assad ?"

Il faut encore une intention droite, à savoir vouloir obtenir la paix à moyen terme. Cinquième critère, il faut avoir épuisé tous les autres recours : "Dans quelle mesure les diplomates américains et européens ont-ils essayé d’arranger les choses, alors même qu’ils se sont précipités trop vite au secours des rebelles ?", demande encore Mgr Defois. Le sixième critère concerne la probabilité de succès : "Or les interventions armées de l’Occident prouvent que la paix des peuples n’y a rien gagné." Enfin, le critère de la proportionnalité entre les dommages infligés et le bien que l’on espère du recours aux armes ne se trouve pas non plus vérifié.

Toutefois, Mgr Luc Ravel, évêque aux armées, trouve que ces critères ne sont plus adaptés à la situation actuelle, dans la mesure où en Syrie – comme en Libye en mars 2011 – il ne s’agit pas à proprement parler d’une guerre (un conflit entre nations, selon la définition usuelle), mais d’une intervention motivée par la "responsabilité de protéger". Les critères habituels du droit international de la guerre sont brouillés : "Certes il ne devrait pas y avoir de victimes parmi les civils innocents, mais comment distinguer les civils, quand n’importe qui a une kalachnikov et que les femmes peuvent se révéler être des combattantes ?"

Pour autant, Mgr Ravel s’oppose catégoriquement à toute intervention en Syrie, estimant que les Occidentaux ne feraient que "des nœuds supplémentaires en croyant dénouer la pelote de fil" et "qu’une petite tape sur la main d’Assad ne suffira pas à l’arrêter !"

Claire Lesegretain in La Croix du 29 août 2013
 
"A ce jour, la seule guerre civile syrienne, a fait plus de victimes arabes que l’ensemble des guerres israélo-arabes."
Dominique Moise
de l’Institut de Sciences Politiques à Paris
(août 2013)
 

Compilateur/compositeur responsable : Jef Vleugels, rue Charles Degroux 118 – B-1040 Bruxelles


Mots-clés

Accueil | Contact | Plan du site | | Statistiques du site | Visiteurs : 640 / 1154760

Suivre la vie du site fr  Suivre la vie du site Belgique  Suivre la vie du site J.P.I.C.   ?    |    titre sites syndiques OPML   ?

Site réalisé avec SPIP 3.0.28 + AHUNTSIC

Creative Commons License