missionarissen van afrika
missionnaires d’afrique

L A V I G E R I E . be

BREUKLIJNEN N° 24

Mei-Juni 2009
woensdag 24 juni 2009 door J.V.

DE HONGERSTAKINGEN

De laatste jaren zijn de hongerstakingen van mensen-zonder-papieren in België fors toegenomen. Bij de meest recente moeten wij die van de universitaire campus van de ULB (Université Libre de Bruxelles) vermelden, waarbij de stakers in een ondergrondse en buiten gebruik gestelde parking werden ondergebracht, en die van de Begijnhofkerk, waar tussen 220 en 230 mensen-zonder-papieren gedurende meer dan twee maanden een hongerstaking hebben gehouden om hun regularisatie te bekomen. Zij stopten hun actie op 21 juni. Wat moeten we denken over zulke manier van actie voeren?

Even de gebruikte termen bekijken

Wij zijn allemaal vertrouwd met vasten om medische of therapeutische redenen.

In de godsdienstige en spirituele tradities is vasten – ’t is te zeggen het zich tijdelijk onthouden van elk voedsel [1] - op de eerste plaats een tijd van persoonlijke zuivering en bekering. In de geweldloze strijd vast men ook om de toegankelijkheid van het geweten van de tegenstander te bekomen. De geweldloze vast terwijl hij zich voorbereidt op een moeilijke strijd of wanneer zijn eigen beweging zich in een crisisperiode bevindt (zoals Gandhi deed om de confrontaties tussen Hindoes en Moslims te doen ophouden). Hij vast ook wanneer de weerstand van zijn tegenstrever bijzonder sterk is. Telkens Gandhi vastte – en dat was ook het geval bij zijn drie hongerstakingen waarbij hij uitdrukkelijk had gezegd dat hij "tot de dood" zou gaan – handelde hij telkens vanuit een geestelijke beweegreden.

"Wanneer een of meerdere personen weigeren te eten, met als doel een onrecht publiek aan te vechten door de openbare opinie en de overheid te interpelleren, dan is het beter niet meer te spreken van ’vasten’, maar van hongerstaking  [2]." Deze uitdrukking verwijst natuurlijk naar staking in de zin van werkonderbreking.

De redenen om een hongerstaking te beginnen zijn meestal van politieke aard . Iedereen herinnert zich nog wel de hongerstaking van de jonge republikeinse Ier et lid van de IRA, Georges Sands en zijn tien kameraden. Hun staking was een weerstand tegen de Engelse bezetter en tegen de onmenselijke gevangenistoestanden bij de politieke gedetineerden. Hij stierf op 5 mei 1981 in de hospitaalafdeling van de gevangenis van Maze, na 66 dagen hongerstaking. Een ander sprekend voorbeeld : de hongerstaking in de Turkse gevangenissen in 1996. De Turkse regering zal maar toegeven in de maand juni, na de dood van de twaalfde gevangen hongerstaker. Ze stierven na 62 tot 70 dagen hongerstaking… Deze voorbeelden tonen aan hoe groot de weerstandscapaciteit van ons lichaam wel is.

Het normale verloop van een hongerstaking

De voorbeelden die ik zo juist heb gegeven zijn natuurlijk extreme gevallen. Normaliter houdt men een in de tijd beperkte hongerstaking en men kondigt ze ook als zodanig aan. Ze kan tot 25 en zelfs 30 dagen duren, maar ze kan ook veel korter zijn. De bedoeling is de aandacht van de publieke opinie te trekken en dus de media-aandacht te mobiliseren en zo de overheid die men voor verantwoordelijk houdt van het onrecht onder druk te zetten. De organisatie van de directe steun aan de hongerstakers en het bespelen van de media zijn van groot belang en moeten de ganse actie van de stakers begeleiden. Waar het op aan komt is protesteren, interpelleren en sensibiliseren.

Muller besluit : "Daarom moet een in de tijd beperkte hongerstaking vooral beschouwd worden als een schakel in een keten van verschillende acties van de geweldloze strijd." [3]

Hongerstaking van onbeperkte duur

Dit is een actie van een gans andere aard. Het is een dwangactie. Zij die zo’n hongerstaking ondernemen verklaren dat zij "bereid zijn tot het uiterste te gaan, ’t is te zeggen tot hun eisen zijn ingewilligd, met andere woorden tot het onrecht dat ze aanklagen is opgeheven." [4] De stakers, vervolgt Muller, "willen de situatie dramatiseren door de noodtoestand af te kondigen. Zij willen de tijd tarten door hun leven op het spel te zetten."

Die stap zetten is moreel slechts aanvaardbaar als het beoogde doel ook effectief kan worden bereikt. Zoniet blijft het bij een wanhoopsdaad.

In het kader van de geweldloosheid, verwerpen wij de hongerstaking als chantagemiddel . In dat geval schuift men de verantwoordelijkheid van de mogelijke dood van de staker in de schoenen van de tegenstander, indien die niet toegeeft. In de geest van de geweldloosheid vast men altijd voor een zaak, nooit tegen iemand of tegen iets. Vasten als chantage is een subtiele vorm van geweld.

Wat besluiten ?

Me dunkt dat de hongerstakers-zonder-papieren – ondanks al de sympathie die ik voor hen voel – hier in België hun actie tot het uiterste voeren uit pure wanhoop. De regering geeft niet toe aan chantage : de stakers bekomen tenslotte een verblijfsvergunning van drie maanden omdat ze ziek zijn (maatregel voorzien door de wet voor iedere buitenlander die zich op Belgisch grondgebied bevindt) en een werkvergunning B waar ze in praktijk niets aan hebben. Voor de rest zal ieder geval nog eens apart onderzocht worden.

De enige positieve kant is dat hun actie de inspanningen en manifestaties steunt van de organisaties die zich inzetten voor de verdediging van de mensenrechten, en het zijn tenslotte deze laatsten die de macht hebben om uiteindelijk de wetgeving voor de rechten van de immigranten te doen veranderen.

De uiteindelijke oplossing zal bestaan in een klaardere en completere wetgeving, die de verdedigers van de rechten van de immigranten reeds sinds jaren eisen, die de opeenvolgende regeringen hebben beloofd, maar die er nog altijd niet is gekomen omdat de politieke partijen het niet eens geraken.

Jef Vleugels


LE GRAND PILLAGE DE LA TERRE

Charte pour l’Afrique, Article # 20 :
‘Tous les peuples auront droit à l’existence et à l’autonomie, et le droit de se libérer du carcan de la domination’.

Résumé et Commentaire :
En octobre 2008, beaucoup ont été choqués par un rapport de la presse internationale. Le gouvernement de Madagascar s’apprêtait à signer, avec la Compagnie Sud-Coréenne Daewoo, un contrat louant à cette compagnie 1.3 millions d’hectares de terre. La Compagnie Sud-Coréenne devait s’engager en échange à créer des emplois et à améliorer l’infrastructure locale. Sous la pression de l’opinion publique le contrat fut finalement annulé. La plupart du temps négociés dans le secret, des contrats semblables sont actuellement négociés dans de nombreux pays africains.

Le grand pillage de la terre.

Le Parlement Ougandais a réagi quand il a appris qu’environ 840.000 hectares de terre étaient loués en Egypte à un pays étranger. Le Soudan a offert d’énormes quantités de terre aux pays arabes. Un bailleur de fonds américain a persuadé un ancien chef de guerre dans le Sud- Soudan, de lui fournir plus de 400.000 hectares de terre pour un projet de développement agricole. Le Directeur Général de la FAO (Food and Agricultural Organisation), Jacques Diouf, appelle de tels contrats portant sur la location des terres, ‘un genre de néo-colonialisme’.
Pourquoi ce pillage actuel de la terre en Afrique et ailleurs? Trois facteurs jouent un rôle: la crise financière, la crise des denrées alimentaires, la crise de l’énergie.

  • 1. A la suite de la crise financière, les investisseurs qui se sont brûlé les doigts dans l’industrie immobilière ont découvert que la terre constituait un placement sûr qui rapporterait beaucoup. Les bailleurs de fonds parcourent donc le monde pour mettre la main sur des terres fertiles et lancer des projets agricoles à grande échelle.
  • 2. Les pays qui importent des produits alimentaires ont eu de gros problèmes quand, en 2007-2008, les prix sur le marché mondial pour les produits de base tels que le maïs, le riz et le blé ont plus que doublé. Ces pays ont réalisé qu’ils ne pouvaient pas se fier au marché mondial pour nourrir leurs populations. Des pays comme l’Arabie Saoudite, les Emirats, la Libye et des douzaines d’autres pays qui dépendent de leurs importations de produits alimentaires, veulent maintenant cultiver les produits dont ils ont besoin et ils cherchent des terres fertiles et bien arrosées.
  • 3. Finalement, il y a une course mondiale vers les biocombustibles. Quand le prix du marché mondial pour l’or noir atteignit presque 150 dollars l’an dernier, la recherche pour des sources d’énergie renouvelables s’intensifia. Les effets visibles du changement de climat forcent également l’humanité à chercher des alternatives aux combustibles fossiles; la production d’éthanol à partir de la canne à sucre et du maïs, ou de biodiesel à partir de l’huile de palme ou des graines de jatropha, semblaient être la réponse idéale à ce que l’on cherchait. Le but de l’EU est d’obtenir, d’ici 2020, 20% de ses besoins en énergie à partir de sources renouvelables. Cela implique qu’on importe des pays en développement ce dont on a besoin pour atteindre ce but. Et par conséquent, des compagnies cherchent des terres dans lesquelles on peut cultiver des produits qui seront utilisés pour produire de la bioénergie.

Pourquoi les gouvernements africains sont-ils enclins à louer de la terre ?

Il est difficile de comprendre pourquoi des politiciens voudraient donner la terre de leurs pays, cette terre qui est la ressource la plus précieuse et gratuite pour la nation. Sans doute, pots de vin et corruption jouent un rôle. Mais plus souvent c’est l’idée que les investissements sont toujours bons et stimuleront automatiquement le développement et créeront des emplois. Il y aussi l’espoir que les compagnies amélioreront l’infrastructure, feront des routes, créeront des facilités pour les exportations qui seront bénéfiques pour le pays dans son ensemble.

Quel est le problème ?

La terre est une question extrêmement sensible, spécialement en Afrique. Il suffit de se rappeler ce que fut le problème de la terre au Zimbabwe et dans d’autres pays en Afrique méridionale. Une bonne partie de la violence qui suivit les élections au Kenya était liée à de vieux conflits portant sur la terre. Même les paisibles Malgaches réagirent violemment quand ils virent leur terre donnée à des étrangers, et cela aboutit à une crise nationale. Les politiciens semblent ne pas s’être beaucoup préoccupés des générations à venir. Même s’il y a encore de la terre qui est ‘libre’ aujourd’hui, elle sera nécessaire aux générations à venir dans des pays qui doublent leur population tous les 25 ans.

Chaque fois que de grandes quantités de terre sont données dans un but commercial, les gens qui vivaient sur ces terres en sont chassés, la plupart du temps sans compensation adéquate. Ces gens perdent ce qui les faisait vivre et ils n’ont pas d’autre choix que d’aller vivre dans les bidonvilles surpeuplés des grandes villes. Les grands investissements agricoles ont en vue surtout les marchés d’exportation. La production des produits alimentaires pour le marché local diminue, les prix montent et des gens de plus en plus nombreux ont faim. En donnant des terres fertiles à des investisseurs étrangers les gouvernements mettent en danger la sécurité alimentaire de leur propre population.

La terre est une ressource tellement importante pour l’avenir de tout pays que le don de grandes surfaces de terre devrait être l’objet d’un débat public. En fait, les grands accords sont négociés secrètement à l’insu du Parlement et du public. Si l’Eglise prend sérieusement sont rôle d’être ‘la voix des pauvres’, elle doit faire en sorte que ce qui se passe dans le secret soit l’objet d’un débat public et elle doit défendre les droits à la terre des communautés traditionnelles contre des leaders corrompus et des investisseurs rapaces. Déjà lors du premier Synode Africain, elle a rappelé aux gouvernements ‘leur devoir strict de protéger le patrimoine commun contre toutes formes de gâchis et de vol par des citoyens qui n’ont pas le souci du bien public ou par des étrangers sans scrupules’ ( Ecclesia in Africa 113).

Wolfgang Schonecke M.Afr


NIEUWE MILITAIRE OPERATIE ZAAIT TERREUR IN OOST-CONGO

Pax Christi Vlaanderen – 9 mei 2009
Hilde Deman (Broederlijk Delen – Pax Christi Vlaanderen) en Donatella Rostagno (EurAc) zijn net terug uit Oost-Congo en trekken aan de alarmbel: de militaire operaties tegen de Rwandese Hutu-rebellen van het FDLR eisen een onaanvaardbare tol onder de burgerbevolking.

De gezamenlijke Rwandees-Congolese operatie tegen het FDLR begin 2009, Kimya I (“kalmte, rust” in Lingala), werd warm onthaald door het Westen. Volgens EU Commissaris Louis Michel was dit het begin van een oplossing voor de jarenlange conflicten in Congo. De samenwerking tussen de Rwandese en Congolese leiders is inderdaad een absolute voorwaarde om tot duurzame vrede te komen, maar deze samenwerking moet verder gaan dan puur militair machtsvertoon.

Enkele maanden na afloop van deze operatie stellen we vast dat er weliswaar zwaar schade is toegebracht aan de bastions van het FDLR in Noord-Kivu, maar dat ze verre van uitgeschakeld zijn. De rebellen nemen nu wraak op de bevolking in Noord-Kivu, die ze beschuldigden van collaboratie met het Rwandese en Congolese leger. Human Rights Watch berichtte vorige week over dorpen die werden uitgebrand in de streek rond Lubero, waarbij kinderen levend werden verbrand. Sinds januari 2009 zijn meer dan 150 burgers vermoord en zijn er 250.000 ontheemden bij gekomen. Sinds de start van Kimya I ging ook het aantal brutale verkrachtingen weer de hoogte in, zowel door FDLR, regeringssoldaten als andere milities. Door de gezamenlijke operatie werd ook een grote concentratie FDLR richting Zuid-Kivu geduwd.

Bovendien verloopt de integratie van de ex-rebellen van het CNDP (wiens vroegere leider Nkunda nog steeds onder huisarrest staat in Rwanda) in het Congolese leger niet van een leien dakje: er zijn signalen dat ze zich in grote getallen terugtrekken in de bossen van Noord-Kivu en zich klaarmaken voor nieuwe gevechten.

Wegens de beperkte resultaten van Kimya I startte de Congolese regering nu een tweede operatie in Noord-Kivu. Vanaf morgen breidt deze operatie zich uit naar Zuid-Kivu. Volgens de bevolking moet er een oplossing komen voor het FDLR-fenomeen, maar tegelijkertijd vrezen ze dat een nieuwe militaire operatie hun leed alleen zal verergeren. Niet ten onrechte. Ter voorbereiding van Kimya II worden 8000 extra soldaten van het nationale leger FARDC richting Zuid-Kivu gestuurd. Daar waar ze ingezet worden bericht de bevolking over plunderingen, verkrachtingen en moorden. De bevolking slaat nu al op de vlucht om te vermijden tussen FARDC en FDLR terecht te komen. Vele gezinnen slaan zo voor de zoveelste maal in enkele maanden tijd op de vlucht.

De internationale gemeenschap liet zich in dit hele gebeuren helemaal aan de kant schuiven. Het FARDC geeft weinig informatie vrij over Kimya II, wat Monuc’s voornaamste taak – de bescherming van de burgerbevolking – ernstig bemoeilijkt. De kans is groot dat Monuc en de humanitaire organisaties de komende weken vele nieuwe burgerslachtoffers zullen moeten bijstaan maar beiden zeggen nu al overbelast te zijn. Monuc wacht overigens nog steeds op de vorig jaar beloofde 3000 extra manschappen.

Maar of dat een groot verschil zal maken is nog maar de vraag. Zolang er binnen het FARDC geen orde op zaken wordt gesteld, blijven ze één van de grootste bedreigingen voor de bevolking. Dit zorgt er ook voor dat vele rebellengroepen voorlopig weigeren over te gaan tot ontwapening, ondanks in maart ondertekende akkoorden met de Congolese regering. Ze willen hun veiligheid en die van de etnische groep die ze verdedigen niet op het spel zetten. Het ontwapenings- en demobilisatieproces in het kader van het vredesprogramma Amani zit daardoor muurvast.

Kimya I bracht dus allerminst rust voor de bevolking in Oost-Congo en het ziet er niet naar uit dat Kimya II dit wel zal doen. Het is onrealistisch te denken dat het FDLR op puur militaire wijze volledig kan uitgeschakeld worden. Bovendien zijn de risico’s van dit soort operaties voor de bevolking te groot. De internationale gemeenschap moet bij de Congolese en Rwandese regering aandringen op een onderhandelde oplossing, die zal moeten lopen via moeizame politieke onderhandelingen. De hervorming van het leger verdient absolute prioriteit. België en de EU bieden hier al een belangrijke bijdrage toe maar de inspanningen moeten opgevoerd worden. Op zeer korte termijn moet er bij het FARDC worden aangedrongen op absolute garanties dat ze de burgerbevolking niet verder in gevaar brengt tijdens Kimya II.



FLITSEN VAN DE LAATSTE WEKEN

- ONU : LES "SABOTEURS DES DROITS DE L’HOMME" LARGEMENT ELUS

C’est le titre de La Libre Belgique du 13 mai dernier.

Les membres de l’Onu ont choisi, mardi à New York, leurs dix-huit nouveaux champions des droits de l’homme sur un casting de rêve... La Chine, Cuba et l’Arabie Saoudite siégeront jusqu’en 2012 au Conseil de droits de l’homme de l’Onu, soit “trois pays parmi les régimes les plus répressifs au monde; violant presque tous les droits politiques et libertés civiles”, selon le rapport consacré aux “Pires des Pires” par l’ONG Freedom House. Pourtant il fut stipulé, lors de la création de ce Conseil en 2006, que l’Assemblée générale devait prendre "en considération le concours que chaque candidat a apporté à la cause de la promotion et de la défense des droits de l’homme et les engagements qu’il a pris volontairement en la matière."

Résultat : elle a élu l’Arabie Saoudite, Cuba, la Chine, le Cameroun, et la Russie. D’autres états (ré)élus posaient également problème, d’après Freedom House et United Nations Watch : le Bangladesh, la Jordanie, le Kirghizistan, le Nigeria et le Sénégal. Seuls la Belgique, la Hongrie, Maurice, le Mexique, la Norvège, les Etats-Unis et l’Uruguay méritaient leur place.

L’un des problèmes de l’élection des membres du Conseil des droits de l’homme, qui compte 47 Etats au total réside dans le fait que, comme les années précédentes, le nombre de candi- dats n’excède pas celui de postes à pourvoir. Ainsi les Asiatiques, Latino-Américains et Occidentaux, comme la Belgique et les Etats-Unis, n’ont eu aucun suspense. L’Azerbaïdjan et le Kenya sont finalement les seuls à avoir été recalés.

La crédibilité défaillante du Conseil, “souvent critiqué comme un forum propice au relativisme des droits de l’homme”, selon les Affaires étrangères belges, ne s’en trouvera pas améliorée." /…

(Sabine Verhest)

- MEDVEDEV WIL HET RUSSISCHE VERLEDEN HERSCHRIJVEN

Rusland wil voorkomen dat het verleden kan worden gebruikt om het prestige van de natie te schaden.

De Russische geschiedenis wordt binnenkort precies zo herschreven als het Kremlin wil. Dat is het gevolg van een door president Medvedev aangekondigde commissie, die moet voorkomen dat het verleden kan worden gebruikt om Ruslands prestige te schaden.

De commissie moet er onder meer op toezien dat de Soviet-Unie in het vervolg alleen wordt gezien als een vertegenwoordiger van het goede, de natie die nazi-Duitsland versloeg en Oost-Europa bevrijdde. Dat diezelfde Soviet-Unie in alle Oost-Europese staten na 1945 een terreur begon en haar welgezinde regimes in het zadel hielp, mag niet meer worden beweerd.

Onlangs maakte premier Poetin ook bekend te werken aan een wet die verbiedt dat het Rode Leger wordt beschuldigd van wreedheden en het illegaal bezetten van de Baltische republieken tijdens de Tweede Wereldoorlog. Onder die wreedheden vallen ook de systematische verkrachtingen van Duitse vrouwen tijdens de Russische opmars door Duitsland op het einde van de oorlog. Op overtreding van die wet staat een celstraf van maximaal drie jaar, voor zowel Russische burgers als buitenlanders.

De commissie zal bestaan uit 28 onderministers, officieren van veiligheidsdiensten, historici, Kremlin-spindoctors en parlementsleden. Behalve de bezetting van Litouwen, Letland en Est- land, waarbij Russische veiligheidsdiensten tienduizenden leden van de elite van die landen naar de goelags deporteerde, worden ook andere gebeurtenissen uit de twintigste eeuw onder- worpen aan het toeziende oog van de commissie.

Zoals de door de Soviet-Unie begane moord op 20.000 Poolse officieren, priesters en intellectuelen bij de West-Russische stad Katyn, in 1940. En de door Stalin doorgevoerde collectivisatie van de landbouw in Oekraïne. Bij die laatste actie, door de huidige Oekraïense regering een genocide genoemd, kwamen zo’n vijf miljoen plattelandsbewoners om als gevolg van executie, deportatie of verhongering.

De Standaard 22-05-2009 © NRC Handelsblad

- UN CADEAU EMPOISONNÉ DE LA BELGIQUE A LA RDC

8 millions de manuels scolaires.

Au mois de mai, les contribuables belges apprenaient avec stupeur que leur Gouvernement venait d’asséner, en leur nom, un nouveau coup de massue à l’enseignement congolais et aux éditeurs de manuels scolaires. En 2006 déjà, 5 millions de manuels de 5e et 6e primaires avaient été parachutés dans tout le Congo par la Coopération belge sans tenir compte ni des manuels existants ni des éditeurs congolais. Mais cette fois, avec 8 millions de manuels de 3e et 4e primaires, l’économie occidentale pénètre de force non seulement le marché congolais de l’édition mais, surtout, elle tente de façonner les cerveaux des jeunes à la philosophie et à la logique occidentale du marché.

En effet, l’analyse montre que ce sont les manuels français destinés à leurs anciennes colonies qui ont été retravaillés en commettant quelques grossières erreurs de fond. Mais le plus pervers, c’est la philosophie générale de ces manuels au titre évocateur de Champions ! Ce genre de manuel fabrique des jeunes champions dont les fantasmes sont dirigés non pas vers les valeurs africaines de la solidarité, du travail, de la famille et de la fidélité mais vers la compétition et la manière de vivre à l’européenne: vivre en ville, consommer européen (la moambe en boîte est meilleure que celle faite par maman !), utiliser le préservatif (à neuf ans!), voyager au paradis européen... D’une manière pernicieuse, on tente de façonner ces futurs adultes au mode de vie occidental, en négligeant les valeurs du pays dans lequel ils vivent.

Il apparaît clairement qu’il s’agit là d’une stratégie par laquelle le marché libre s’allie à l’Etat non seulement pour éliminer du marché la production locale des manuels scolaires mais également pour influencer les mentalités. Dans toute l’Afrique francophone, la RDC a toujours été réputée pour la qualité de ses manuels scolaires parce que élaborés, corrigés et imprimés au pays ainsi que les manuels du professeur.

Comment en est-on arrivé là ?

Malgré tous leurs efforts, les imprimeurs congolais ont été systématiquement écartés de ce marché, car l’appel d’offre international lancé par la Belgique fut continuellement révisé en laissant peu de temps aux candidats congolais pour réagir.

Mais cette fois, comble du ridicule, une maison d’édition belge très connue, qui manigance depuis une trentaine d’années pour s’imposer au Congo, a raté le marché qui est passé au Canada et à Hachette (EDICEF). Depuis, ils ont intenté un procès en vue d’obtenir le marché !

La Banque mondiale offre une alternative.

Dans cette lutte pour un enseignement porteur de valeurs éducatives, un autre appel d’offre a été émis par la Banque Mondiale pour les manuels de 1e et 2e primaires. Heureusement cette fois, c’est le Centre de Recherches Pédagogiques de Kinshasa, en partenariat avec les éditions françaises BELIN qui ont remporté le marché. Cette fois, l’auteur de ces manuels est un ancien ministre congolais de l’enseignement, et rien que le titre du manuel A la Fontaine montre clairement que l’orientation est tout autre.

Pour AEFJN – Antenne belge
Jean Peters

- BEWAPENING : BELGIË WEER EERSTE

20 januari 2009 : een nieuwe Belgische wet verbiedt het aanmaken, opslagen, verkopen en gebruiken van wapens met verarmd uranium . Verarmd uranium is schadelijk voor de gezondheid (kanker, aantasting van het zenuwstelsel, enz.). België was reeds het eerste land dat op gelijkaardige manier landmijnen en clusterbommen verbood, en hoopt nu dat weer talrijke landen zijn voorbeeld zullen volgen.

Je suis essentiellement un homme de compromis, parce que je ne suis jamais sûr d’avoir raison (Gandhi)

Verantwoordelijk voor compileren en opstellen: Jef Vleugels, Charles Degrouxstraat 118 – B-1040 Brussel

[1Vasten betekent niet eten, maar betekent niet zich onthouden van drank (zuiver water of kruidenthee). Men spreekt van lang vasten vanaf 5 dagen. Als men in goede gezondheid verkeert kan men gerust 8 dagen vasten zonder de dokter te raadplegen. Vast men langer, dan moet men wel een medische begeleiding voorzien. Men raadt af meer dan 25 dagen te vasten om onomkeerbaar lichamelijk letsel te vermijden.

[2Vertaald uit Jean-Marie Muller, Dictionnaire de la non-violence, Les Editions du Relié, 2005, 413 pages, p

[3o.c. p. 153

[4idem


Trefwoorden

Homepagina | Contact | Overzicht van de site | | Statistieken van de site | Bezoekers : 722 / 1154819

De activiteit van de site opvolgen nl  De activiteit van de site opvolgen België  De activiteit van de site opvolgen R+V   ?    |    titre sites syndiques OPML   ?

Site gebouwd met SPIP 3.0.28 + AHUNTSIC

Creative Commons License