missionarissen van afrika
missionnaires d’afrique

L A V I G E R I E . be
Missionaris op rust getuigt

Als je uit ‘de missies’ terugkomt

Tertio 21 oktober 2009
vrijdag 6 november 2009 door M. Neels, Webmaster
Hoe ga je om met een veranderde samenleving – en haar religieuze leven – als je na decennia van ‘de missies’ terug in België komt?

In de missiemaand getuigt witte pater Marcel Neels daarover. Hij werkte jaren in Afrika en is intussen al tien jaar hier op rust.

Als je als missionaris na tientallen jaren terugkomt naar je geboorteland, dan denk je dat je ‘in de vreemde’ bent beland . Je gaat algauw voelen dat je weer aan acculturatie toe bent. Je paste je al eens aan aan een andere cultuur toen je in een ander continent aankwam en nu mag je herbeginnen. Het afnemen van het traditionele geloof, moraliteit en sacramentele praktijk treft je natuurlijk. Je wordt bekoord om je tegen die stand van zaken negatief af te zetten, aan je persoonlijke ontgoocheling uitdrukking te geven en in geringschattende termen over de huidige generatie te spreken. Tevens constateer je dat de jongeren in je familie en bekenden van de huidige tijdsgeest doordrongen zijn en niettemin fijne mensen lijken te zijn. Je zit dus met een probleem. Een probleem van begrijpen van de huidige cultuur en een probleem van er positief in binnen te treden.

Je blijft wel aannemen dat elke cultuur bewust of onbewust een religieuze dimensie heeft die licht werpt op de menselijke zoektocht naar waarheid en zingeving. En daarom vraag je je af waar de vroegere religiositeit naartoe is en hoe ze nieuwe vormen aanneemt in de huidige cultuur.

In de christelijke kringen van je land merk je dan een aantal manieren van omgaan met dat ogenschijnlijk gebrek aan religiositeit.

  • Sommige kerkleden lijken te menen dat je best stevig vasthoudt aan het oude : geef solide catechese die een duidelijke en zekere synthese van ons geloof biedt – bijvoorbeeld: de universele catechismus – en verfraai een beetje de traditionele wijze waarop we de sacramenten vieren.
    Met andere woorden: vernieuwing kan door restauratie. Gerestaureerde huizen hebben tenslotte iets aantrekkelijks: zij stralen een zekere schoonheid van het verleden uit en doen ons goed voelen, al is het met een tikje nostalgie.
    Je ziet enkele vernieuwingsbewegingen groepen vormen met sektarische tendensen om zeker te zijn dat die restauratie er toch maar komt. In hun ijver beschouwen ze zich als een christelijke elite en de verdedigers van het ware geloof.
  • Anderen zie je geestelijke inspiratie zoeken in wat ze voor buitengewone interventies van God aanzien. Zij spreken je over personen die innerlijke woorden of visioenen zeggen te ervaren die de veilige weg wijzen in de huidige chaos. Of ze gaan vaak naar plaatsen waar ‘verschijningen’ lijken te zijn gebeurd en waar de praktijk van traditionele vormen van godsvrucht onheil moet helpen voorkomen.
  • Nog anderen nemen hun toevlucht tot new age-groepen en esoterische literatuur of zoeken inspiratie in primordiale, oosterse of kosmische spiritualiteit. Of binnen hun kerk gaan ze voor meer emotionele ervaringen van het goddelijke in charismatische bewegingen.
  • Weer anderen lijken tevreden te zijn met een soort religieus moratorium. De geschiedenis van de laatste eeuw heeft de invloed getoond van ideologieën die mensen met een soort religieuze geestdrift hebben aangehangen: communisme, fascisme, nationaalsocialisme. Ze zijn allemaal ten gronde gegaan. En ze voelen dat de grote kerken verwante trekken met ideologische systemen vertonen. Ze schrijven ze dus af en geven de voorkeur aan een ongestructureerde religiositeit. Ze voelen wel dat een nieuw soort religiositeit moet worden geboren, maar ze weten ook dat zoiets niet artificieel kan worden opgewekt en wachten bij voorkeur de dingen gewoon af.

Tevens zie je toch ook dat heel wat gelovigen blijk geven van een oprecht zoeken naar God.</font

  • Ze pogen op een nieuwe wijze te kijken naar de oude verhalen en hun geloof in Jezus vrijer gestalte te geven in onze veranderde cultuur. Te midden van de vele stromingen zoeken ze een manier om positief bij te dragen aan een nieuwe culturele expressie van de christelijke traditie: een die relevant is voor mensen van dit nieuwe millennium. Maar daarbij lijken ze zich wat op de grens van het gedachtegoed en de praktijken van de kerk te bewegen of soms tegenstroom te moeten zwemmen.

Hoe ga je daar als teruggekeerde missionaris mee om?

  • Voor welke van die groepen voel je spontaan meer? Het gevaar loert om de hoek dat je je ofwel afzijdig houdt en lekker in je zetel gaat zitten, of al te gemakkelijk bij een of andere groep tenminste mentaal of ook fysiek aansluit.
  • Maar dan denk ik: je bent toch missionaris? Dat wil zeggen dat je altijd getracht hebt het evangelie te brengen aan een volk met andere cultuurpatronen. Zou het dan niet normaal zijn dat je dat nu ook tracht te doen voor de veranderde cultuur van je geboorteland?
  • Dan moet je wel op de golflengte gaan leven van de laatst beschreven groep: de gelovigen die de oude verhalen zoeken te herinterpreteren in termen die voor een mens van de 21ste eeuw relevant zijn.

Of we daar nu bewust van zijn of niet, willen of niet, we zitten in de westerse wereld in een nieuw religieus paradigma van de geschiedenis, in een nieuwe en voorname periode van culturele verandering – en dat sluit religieuze verandering in. En de enige positieve manier om de uitdaging van onze tijd op te nemen, is nieuwe vormen te zoeken zonder met nostalgie achterom te kijken. De dingen – het gedachtegoed, de structuren, de ethiek, het religieuze vieren van het leven in de kerk – zullen nooit meer dezelfde zijn. Het is nutteloos te denken en te werken in termen van restauratie. We nemen de bocht in de weg of we belanden in de gracht.

Ik zie dat dit van me vergt dat ik de huidige cultuurpatronen goed tracht te begrijpen.

Hoe zit de huidige cultuur in mekaar? Welke historische ontwikkelingen bepaalden de huidige cultuur? Wat zijn daar de voornaamste facetten van? Hoe hangen ze samen? Welke facetten zijn een goede teelgrond voor het evangelie? En welke moeten worden uitgedaagd door het evangelie? En hoe bepaalt dat alles ook het kerkelijke leven: tot welke veranderingen nodigt dit ons uit om helemaal van onze tijd te zijn vanuit de evangelische bezieling?

Er is werk aan de winkel als je, teruggekeerd in je geboorteland, je weer echt ‘thuis’ wil voelen – wat insluit dat je je engageert in de ontwikkeling die je ‘thuis’ doormaakt.

Ligt dat niet vervat in je missionaris blijven tot je dood?

Marcel Neels, Mafr.

Trefwoorden