Mijn ziel
Ik weet me geen raad met de wereld ik weet me geen raad met mezelf Ik weet me geen raad met jou. Wat ben jij voor een god? Ben je almachtig of niet? Waarom grijp je niet in?
God Ik-zal
Mijn raad is dat ik geloof in de vrijheid van mensen dat ik mijn hoop stel op mensen: dat zij kiezen wat goed is. Ik heb ze vrijgemaakt om het goede te doen. Ik heb geen andere macht dan de goedheid van mensen. Daarom grijp ik niet in.
Mijn ziel
Dus jij bent niet almachtig?
God Ik-zal
Mensen denken ’almachtig’ mensen noemen mij ’god’ maar ik ben die ik ben en even machtig als mensen goed zijn.
Mijn ziel
Maar dan is alles verloren naar willekeur moorden de mensen.
God Ik-zal
Ze zijn geschapen tot vrijheid, met een hart dat voorvoelt wat recht is en wat onrecht.
Mijn ziel
En dat noem je vrijheid?
God Ik-zal
ja, dat noem ik vrijheid.
Mijn ziel
je bent een lieve schat, maar zo naïef waarom heb je ons vrij geschapen?
God Ik-zal
Omdat ik vriendschap wou, gelijkwaardige liefde.
Mijn ziel
Maar kijk dan wat gebeurt: vijandschap en haat.
God Ik-zal
Ik zie wel wat gebeurt. Ik hoor het bange schreeuwen der ganse creatuur, de noodkreet der verdrukten. Maar ook wat nog niet is zie ik, voor mijn ogen: hun komende bevrijding, dat zij tot vrijheid groeien, dat zij elkaar bevrijden en doen leven. Ik weet wat ooit zal zijn. Mensheid naar mijn beeld is nog maar pas begonnen.
Mijn ziel
Maar kijk toch wat wij doen: onze vrijheid gebruiken om elkaar te doen sterven. Hoe lang nog kun je dit aanzien?
God Ik-zal
Werd ooit een land in één dag geboren, een huis gebouwd in drie dagen? Wie temt met één vuistslag de zee? Wie oogst op de dag van het zaaien?
Mijn ziel
0 God, verhef je, en maak je sterk maak je sterker dan ooit. Wees in mij vrijheid, hart, verstand, volharding. Wees nieuw begin in mij, god in mensen.
God Ik-zal
Ik zal er zijn, is mijn naam. Liefde geworden in mensen, in mensen god zal ik zijn.
Mijn ziel
Maar ook het kwade duurt, woekert voort als onkruid, nestelt in ons hart.
God Ik-zal
Tot in het derde en vierde geslacht zal het dóórzieken. het kwaad. Zeker, maar niet noodlottig, gevaarlijk, maar niet ondelgbaar. Maar liefdes kracht en ontferming zal duren duizend geslachten. Zevenmaal komt de wraak, zeven maal zeventig komt mijn ontferming. Ik zal er zijn, in allen die zich ontfermen over elkaar, de aarde dienen en hoeden, de chaos keren. Vrees niet.
Ik zal er zijn, in mensen.
Mijn ziel
En de doden, zo talrijk als zandkorrels aan het strand van de zee de doden, als tranen vergoten? De doden, vergaan in de aarde, als tranen versteend in de grond?
God Ik-zal
Zij liggen gezaaid als graan in de aarde, zij zullen opstaan, wuivende schoven een nieuwe morgen.
Mijn ziel
je zet de woorden zo mooi op een rijtje, je zegt ze zo mooi ben jij het ook die ze doet?
God Ik-zal
Ik ben het die ze zegt. Wij zijn het die ze doen. De aarde zal het aanschouwen.
|