missionarissen van afrika
missionnaires d’afrique

L A V I G E R I E . be
Boek

De Islam begrijpen, risico of uitdaging?

Nuntiuncula Nr 667 Maart - April 2011
zaterdag 30 april 2011 door D.F. (Vertaling), P. Geers

De Islam begrijpen, risico of uitdaging?
Comprendre l’Islam, risque ou défi ?



Pierre Marie Soubeyrand
 

Préface de Mgr Bernard Ginoux

Editions des Béatitudes 2011

ISBN : 978-2-84024-390-8 • 256 pages

Het lezen van dit boek roept enkele bedenkingen op.

Het boek wil een oproep tot de redelijkheid zijn, opdat de dialoog tussen moslims en christenen duidelijk de fundamenten van de islam naar voor zou doen komen. Het is waar, we zien in onze christelijke wereld vele initiatieven die de Islam of de moslimwereld voorstellen en uitleggen. Deze prijzenswaardige initiatieven worden overigens dikwijls beschouwd als reeds deel uitmakend van de moslimchristelijke dialoog.

Deze dialoog wekt altijd levendige passies op. De Islam, een godsdienst die na het christendom is ontstaan, heeft hiermee complexe relaties. Volgens de Koran, maakt het christendom deel uit van de Islam; de Islam beweert de waarheid te zeggen over het christendom. Het beschouwt zich als het ware christendom, dit wil zeggen de authentieke voortzetting van de zending van Jezus “profeet van de Islam”. De Koran lijkt bijzonder getroffen en geschandaliseerd door de verdeeldheid van de christenen. Een sourat (hoofdstuk) van de Koran nodigt de ‘mensen van het Boek’ (joden en christenen) uit voor de dialoog (3.64).

Het is ook waar dat voor de christenen, de Islam, bij hun oorsprong, natuurlijk geen plaats heeft, om de eenvoudige reden dat deze zes eeuwen na Christus ontstaan is. De Islam vormt op de eerste plaats een grote uitdaging: deze godsdienst heeft zich verspreid over gebieden die grotendeels niet alleen christelijk waren maar de streken zijn waar het christendom ontstaan is. De Islam vormt ook een theologische uitdaging: hoe deze grote godsdienst begrijpen en situeren die de waarheid van het christendom wil zijn?

We moeten tot de 20ste eeuw komen vooraleer de katholieke Kerk een positieve blik werpt op de Islam. Het beste spoor hiervan is het Tweede Vaticaans Concilie (‘Lumen Gentium 16’ en ‘Nostra Aetate’). De overtuiging dat ongedoopten die ter goeder trouw zijn kunnen gered worden werd reeds even eerder uitgewerkt, maar zonder aandacht voor hun godsdienst als zodanig, bijna “ondanks” hun eigen godsdienstige aanhorigheid.

Van de kant van de moslims, is het een beetje minder moeilijk a priori, om een zekere positieve blik te werpen op het christendom, gezien de plaats die de islam zichzelf toekent als “authentiek” christendom. Maar de moeilijkheden blijven bestaan.

Sinds enkele jaren ziet men een groeiende overtuiging verschijnen van de belangrijkheid van de interreligieuze dialoog in het algemeen, en van de islamchristelijke dialoog in het bijzonder. Meer bepaald zijn drie factoren een uitleg van deze verandering: 1) de missionarissen die zich ervan rekenschap hebben gegeven dat een authentieke zending het respect voor de andere vereist en de erkenning van zijn godsdienst; 2) de oecumenische dialoog die talrijke christenen gevoelig heeft gemaakt voor de dialoog in het algemeen en meer in het bijzonder de dialoog van de godsdienst en van het geloof; en, 3) tenslotte, de belangrijke beweging van de migraties die talrijke personen van verschillende godsdiensten bij elkaar heeft gebracht daar waar vroeger dergelijke contacten niet bestonden.

Het past te erkennen dat onze katholieke manier om de “dialoog” te begrijpen reacties teweegbrengt. Inderdaad, vele niet-christenen, en meer bepaald de moslims, staan wantrouwig tegenover een dialoog die nauw verbonden is met de zending en de verkondiging. Zij hebben dan de indruk dat de dialoog een middel wordt om hen uit hun godsdienst weg te halen, en dat een dergelijke dialoog niet werkelijk respectvol is voor de andere in zijn geloof en zijn eigenheid. Deze opvatting van de dialoog, als lokaas van de zending is vandaag de grootste hindernis voor vertrouwelijke uitwisselingen, zonder bijbedoelingen, tussen christenen en moslims.

Ziedaar mijn eerste reactie, na een vlugge lezing, van het voorgestelde boek.

De auteur vraagt zich af of wij, christenen, goed ingelicht zijn over de moslimleer en de ontwikkelingen ervan. Hij verbergt de ingewikkeldheid niet van de moslimchristelijke relatie die nog moeilijker gemaakt wordt door de politieke context. Tegenover deze werkelijkheden, lijkt het me dat de voorstelling van de dialoog waard is hernomen te worden om deze aan te vullen en juister te maken. Weliswaar, de dialoog kan een religieuze en zelfs een theologische dialoog worden.

Maar in de geschiedenis van de godsdiensten heeft de theologie al te dikwijls haar zwakke kanten en vooral haar grenzen aangetoond. Het is zeer zelden dat theologische dialogen werkelijk slagen.

Ik denk, bijvoorbeeld, aan de spirituele dialoog. Het is waar dat deze heel wat veeleisender is voor de christenen die eraan willen deelnemen. De monniken van Tibhirine (Onze Lieve Vrouw van de Atlas) bepaalden zichzelf als “biddenden tussen de andere biddenden”. De getuigenis die zij nagelaten hebben blijft een uitnodiging om een spiritualiteit te beleven waarin de ontmoeting nooit in één enkele richting verloopt. Zij hadden de inzet door de Kerk, tijdens Vaticaan II, ernstig genomen om de interreligieuze dialoog te beleven. Zij hebben de geloofsgetuigenis van de moslims weten te ontvangen, terwijl zijzelf getuigen waren, tot hun leven te geven in trouw aan God en aan het Algerijnse volk. Ik denk aan personen zoals Pater de Foucauld (Sahara) en Pater de Beaurecueil (Kaboel) die, ook zij, een biddend leven hebben geleid tussen andere biddende mensen.


I
k denk ook aan de dialoog van het leven, die nog veeleisender is. Hoe velen van onze confraters hebben hun leven geofferd door te leven midden en met de moslims, en hierbij dezelfde levensomstandigheden delend, dezelfde onveiligheden… en vooral delend in hun zoektocht naar de waarheid van God. Terwijl elk van hen hierbij zijn eigen geloofsweg volgde en heel hun leven gebruikten voor de heerlijkheid van God. Als ze elkaar niet begrepen, dan deelden ze tenminste in het lijden van niet dezelfde weg te gebruiken. Inderdaad, de dialoog vereist niet dat men akkoord gaat, maar wel van elkaars verschilpunten te aanvaarden.

De dialoog drukt uit dat we op zoek zijn naar de waarheid, dat niemand de waarheid in bezit heeft, tenzij God, Hij die de Waarheid is. De heilige Augustinus zei dat men evenmin de volle waarheid in onze woorden kan persen zoals men de zee niet in een schelpje kan steken. Albert Camus, van zijn kant, zei, toen hij het over de dialoog had, dat deze alleen maar mogelijk is tussen mensen die blijven wat ze zijn en die de waarheid zeggen…

Dus, we zullen degenen die anders denken dan wij nooit kunnen benaderen, als we niet ervan overtuigd zijn dat we samen kunnen nadenken om te streven naar een gemeenschappelijke waarheid. Ik ben ervan overtuigd dat het alleen maar op het fundament van een gemeenschappelijk zoeken naar waarheid is, dat men een levende verbondenheid kan vestigen met de gelovigen van andere godsdiensten of met degenen die er geen enkele belijden.

Voor mij, wordt de aanspraak op de waarheid geassocieerd met de onverdraagzaamheid, met de arrogantie en men de indoctrinatie. De moslimchristelijke dialoog moet vóór alles een levensdialoog zijn, hetzij in het domein van het alledaagse, van de spiritualiteit of van de mystiek. In dialoog treden is menselijker worden.

We hebben nood aan een missionaire spiritualiteit in een moslimcontext. Wat in feite betekent dat men bereid en in staat moet zijn om te ontdekken wat waar, goed en schoon is bij de volkeren van niet-christelijke godsdiensten. Een dergelijke spiritualiteit zou er een moeten zijn van oprechte verdraagzaamheid en van dialoog, van harmonie en van broederlijkheid. Met andere woorden, onze evangelisatie moet gebeuren door de getuigenis en de dialoog eerder dan door de rechtstreekse prediking. Mgr. Ishaq, aartsbisschop van Irak, zegt dat de christenen gehecht zijn aan de moslims en aan de leden van de andere godsdiensten door banden van vriendschap, van samenwerking, en van de solidariteit bij gelegenheden van vreugde of van lijden in het leven.

De bevestiging van ‘Nostra Aetate 2’ lijkt een tendens voor te stellen van de kant van de Kerk om de stap te zetten over de manier van voltooiing heen naar de manier van partnerschap, dat tracht “samen te werken” met de andere godsdiensten en zelfs de christenen aan te zetten om de geestelijke en morele goederen van de andere godsdiensten te erkennen, te “bewaren” en te “bevorderen”. Inderdaad, het document ‘Nostra Aetate’ gaat verder door de positieve waarden van elke godsdienst te specificeren. Er is daar dus als een creatieve spanning verwekt door de gedurfde uitdrukking van ‘Nostra Aetate’ en van andere teksten van het Vaticaan over de gedachte heen van het heil van de wereld te zijn en die lijkt te buigen naar een authentieke wijze van partnerschap.

Paul Geers, M.Afr.
 

Trefwoorden

Homepagina | Contact | Overzicht van de site | | Statistieken van de site | Bezoekers : 532 / 1154465

De activiteit van de site opvolgen nl  De activiteit van de site opvolgen België  De activiteit van de site opvolgen Dialoog   ?    |    titre sites syndiques OPML   ?

Site gebouwd met SPIP 3.0.28 + AHUNTSIC

Creative Commons License