missionarissen van afrika
missionnaires d’afrique

L A V I G E R I E . be

Pater Louis Schoofs

dimanche 29 avril 2012 par J.V.
  Donderdagmorgen, 26 april 2012, meldden de confraters van Genk ons dat
 
Pater Louis Schoofs



in het Rust- en Verzorgingstehuis Sint-Anna te Beringen overleden was.

Louis werd geboren te Beringen, provincie Limburg, op 15 oktober 1920 in een zeer christelijk gezin. Vader was mijnwerker-boven, zoals men toen zei, maar had ook een kleine boerderij. Het gezin telde zes kinderen, drie jongens en drie meisjes. Louis volgde oude humaniora in het Sint-Jozefscollege te Beringen.

In september 1939 trad hij binnen bij de Witte Paters te Boechout. Daarna volgden Varsenare en Heverlee, waar hij op 22 april 1946 priester werd gewijd. Zijn zus Rosa werd lid van de A.F.I. en werkt nog steeds in Caïro. Zijn jongere broer Jozef zal ook de Witte Paters vervoegen maar later uittreden. De professoren van die tijd beschrijven Louis als edelmoedig, enthousiast, energiek en werklustig, maar ook erg gevoelig. Tijdens zijn theologie hebben ze toch ook bedenkingen bij zijn eerder zwakke gezondheid.

Benoemd voor ’t Lakske (Lac Albert, Ituri, in de huidige DRCongo)), scheept Louis in te Antwerpen, op 13 november 1946, op de Mar del Plata. Op 17 december bereikt hij Bunia. In april 1947 wordt hij onderpastoor en verantwoordelijke van de scholen benoemd in Logo, waar hij het Aluur leert. Enkele jaren later, in mei 1951 wordt hij onderpastoor en econoom in Nyarambe. Niet voor lang, want in september 1952 doet men beroep op hem als professor en econoom op het Klein seminarie te Kilo Mines. De regionaal van die tijd schrijft : "Blijkt een goede prof te zijn. Zijn lessen Vlaams vallen bij zijn leerlingen erg in de smaak." Maar dezelfde regionaal merkt op dat hij dikwijls naar de dokter moet…

Op 17 augustus 1956 gaat hij op verlof naar België… Hij bezoekt verschillende dokters in Antwerpen en Leuven, volgt de grote retraite te Mours in 1957 en wordt econoom benoemd te Verviers (rue des Broux) van waaruit hij ook dienst doet in enkele parochies.

Omdat Afrika voor hem voortaan uitgesloten blijkt te zijn omwille van zijn gezondheid, biedt hij zijn diensten aan bij het Legervicariaat. In december 1959 vertrekt Louis naar het hoofdkwartier van onze troepen in Duitsland, meer bepaald naar Weiden, niet ver van Keulen, waar hij aalmoezenier wordt van het 4de bataljon van de transmissietroepen. Concreet betekent dat ongeveer 1500 jonge mensen, voor twee maanden ver van huis. "De aalmoezenier is hier zo wat hun voedstervader : voor alles en nog wat komen ze af." Bij hem mogen ze trouwens op een stoel gaan zitten en een sigaretje opsteken, bij de officieren niet… Mgr Cammaert, hoofdaalmoezenier van het Belgisch Leger, getuigt van Louis dat hij "prachtig priesterwerk verricht" en zich goed voelt in zijn werk.

In die periode wisten de Witte Paters niet goed wat aanvangen met de confraters die, nog jong, terugkwamen en Afrika niet meer zagen zitten of moesten vaarwel zeggen. Louis heeft dat ook ondervonden. Later zal hij schrijven : "Toen ik 22 jaar geleden als legeraalmoezenier naar Duitsland vertrok, hebben de WP’s me niet menswaardig behandeld, heb ik zwarte sneeuw gezien. Men vroeg mij geen huis van de WP’s te bezoeken (slecht voorbeeld voor de anderen !). Ik zou nu zeggen : "ze zetten me uit de familie, maar mijn eed (geboorte als WP) kunnen ze me niet afnemen. De diaspora heeft een lange geschiedenis doorgemaakt. De jongeren weten er niets of weinig over ; spijtig, want de geschiedenis is een goede leermeesteres."

De provinciaal, na overleg met de toenmalige Algemene raad, eist dat Louis terug naar België komt om een gemeenschap te vervoegen. Er was toen echter in België geen plaats van legeraalmoezenier vrij. Enkele jaren gaan voorbij. Ten einde raad besluit Louis een exclaustratie voor drie jaar aan te vragen in het vooruitzicht van een incardinatie in het bisdom Luik. De officiële toelating van Rome komt er op 21 april 1967. Als die drie jaar verlopen zijn, verscheurt Louis echter de officiële brief die hem definitief zou doen overgaan naar het bisdom. Hij blijft dus Witte Pater. Telkens hij met een confrater over die episode van zijn leven sprak, kwamen de tranen hem in de ogen.
In november 1967 wordt Louis benoemd op het Hoofdkwartier van de Belgische strijdkrachten in Duitsland, ook te Weiden. In januari 1971 wordt hij overgeplaatst naar de luchtmachtbasis van Beauvechain (1° Wing Force Aérienne). Daar zal hij nog gedurende vijftien jaar dienstdoen als legeraalmoezenier.

Eind 1985 verlaat Louis het leger. "Ik was er zeer gelukkig : een midden waar men aanvaard is en zijn eigen plaats heeft, tussen en dicht bij de mensen, één met de andere aalmoezeniers die samen een echte fijne groep vormen." Hij zal er trouwens veel vriendschap en relaties aan overhouden.

Louis betrekt dan een appartement in Brussel, in de Brugmannlaan. Tijdens de eerstvolgende jaren onderhield hij nog veel contacten en deed ministerie links en rechts. In november 2007 verhuist hij naar het Rust- en Verzorgingstehuis Sint-Anna te Beringen, zijn laatste verblijfplaats, waar confraters van Genk hem regelmatig zullen bezoeken. Hij bleef tot het einde de vriendelijke, minzame, dankbare en gevoelige man die hij altijd was geweest.

  De verrijzenisliturgie zal plaats hebben op donderdag 3 mei 2012, om 10.30 uur, in de kerk O.L.V. van Fatima te Bret-Gelieren.  

Concelebranten brengen albe en stool mee. Koffietafel voorzien in "Elysee", Koerlostraat 19 – 3600 Genk (tweede straat rechts na het kerkhof). De teraardebestelling zal plaats hebben in Varsenare.

 
Jef Vleugels
 

Accueil | Contact | Plan du site | | Statistiques du site | Visiteurs : 741 / 1152696

Suivre la vie du site fr  Suivre la vie du site Onze overledenen   ?    |    titre sites syndiques OPML   ?

Site réalisé avec SPIP 3.0.28 + AHUNTSIC

Creative Commons License