missionarissen van afrika
missionnaires d’afrique

L A V I G E R I E . be
Algerije

Het soefi mysticisme tegen het extremisme

Mgr. Henri Teissier
donderdag 3 november 2016 door D.F. (Vertaling), E. Bladt

Na de buitensporigheden van de salafistische of djihadistische Islam, heeft een oude moslim spirituele stroming, geworteld in de traditie, weer haar plaats ingenomen in de Algerijnse maatschappij. In de loop van de laatste jaren is deze moslim stroming nog sterker geworden in de Algerijnse maatschappij, ondanks de pogingen van de gezagsdragers om deze in te dijken na het bloedig conflict van de jaren 1990.

De gedragingen van een meerderheid moslims – en ook van de moslimvrouwen – in Algerije, bewijzen vandaag de plaats die ingenomen wordt door de nieuwe religieuze overtuigingen of verplichtingen die, komende uit het Midden Oosten, de benaming van “salafisme” hebben gekregen. Talrijke tradities van het verleden – op het vlak van de eredienst of van de moraal – zijn zo teruggekeerd in het dagelijks leven, althans als een referentie waaraan men zich zou moeten onderwerpen als men als een echte moslimman of moslimvrouw wil leven, ook als men, voor het ogenblik, zelf nog niet intreedt in die onderwerping.

Anderzijds het ontstaan van de Staat die zich “Kalifaal” noemt in het Midden Oosten, met zijn navolgers in Afrika, in Azië en in Europa, heeft, eveneens, een “extreem islamisme” in het daglicht gesteld, maar de meerderheid van de moslims weigeren hun het recht zich moslim te noemen. Deze stromingen, door beroep te doen op het terrorisme, bezetten in het Westen het terrein van de pers, van de editie en van de aandacht van het publiek. Zij verbergen de ontwikkeling van andere stromingen in de Islam, waarop men me gevraagd heeft de aandacht te trekken, vertrekkende vanuit de evoluties van de religieuze gedachten in Algerije. Tussen deze stromingen is er, meer bepaald, deze die verwijst naar de spirituele Islam, het soefisme.

Het is klaar dat, na de poging van de machtsgreep door het geweld geleid door de FIS et de GIA van 1990 tot 2000, de Algerijnse maatschappij zich bewust is geworden van de gevaren van deze politieke lezing van de Islam. En in bijna alle streken van het land, maar misschien nog meer in het Westen van Algerije, hebben zich groepen gevormd die weer leven hebben gegeven aan oude instellingen van de soefi Islam. Deze bewegingen hadden eertijds als basis van hun uitstraling het netwerk van de zaouïa’s gevonden. [1] Gedurende de eerste dertig jaren van de onafhankelijkheid van het land (1962-1992), hadden de Staat en de eenheidspartij de aanwezigheid van deze zaiouïa’s bijna weggevaagd, uit jaloersheid op hun invloed op de bevolkingen, bijzonder in het landelijk midden. Maar, voortaan hebben de uispattingen van de FIS en van de gewapende bewegingen, en de vooruitgang van de salafistische lezing van de Islam, de Algerijnse Staat ertoe gebracht aan de “soefi” bewegingen hun plaats weer te laten innemen in de maatschappij.

Sinds de jaren 90, en zelfs gedurende de periode van de burgeroorlog, hebben deze bewegingen zich discreet ontwikkeld ondanks de geweldplegingen op hen uitgeoefend door de gewapende groepen (vernieling van de graven van de heilige stichters (qubbas), moorden enz.). Ondanks deze tegenstand (of misschien omwille van die tegenstand), hebben de verschillende religieuze broederschappen die aanwezig waren in het land hun invloed hernomen, door soms zelfs nieuwe structuren in te richten dichtbij de grote steden, en door terrein te winnen in het stedelijk midden, zelfs onder de universitairen. Twee nationale Federaties van zaouïa’s hebben zich ontwikkeld door zelfs hun voorzitterschap aan de bieden aan het Staatshoofd.

Traditioneel zijn de meeste van deze zaouïa’s (maar niet alle) verbonden aan één van de grote spirituele bewegingen van het soufisme, de Qâdiriyya (verwijzend naar ‘Abd al-Qâdir al-Djîlânî, van Bagdad), de verschillende groepen verbonden aan de Shâdiliyya – la Aissaoua, broederschap geschapen door Muhammad b. Issâ, de Derkaouiya, gesticht door Moulay Larbi Derkaoui – en andere groepen van meer recent ontstaan (XVIIIe, XIXe eeuw) zoals de Tidjaniyya van Ain Mâdi en van Temacine of de Rahmaniyya van el-Hamel met belangrijke vertakkingen in Kabylië, zonder de Hebria/Qaidiyya te vergeten in het Westen van Algerije (Tlemcen/Oran).

Sommige bewegingen hebben nu het centrum van hun activiteiten in Europa geplaatst, zoals de ‘Alawiyya van de Cheikh Ben Tounès, die onder meer het actuele moslim scoutisme heeft gesticht van Frankrijk en van West Europa. De Cheikh en zijn beweging hebben sinds twee jaren een campagne gevoerde ten gunste van een internationale dag van het “Samen leven” die zij zouden willen doen uitvaardigen door de Verenigde Naties. Meer recent hebben zij zelfs voorgesteld dat dit initiatief verbonden zou worden met de dag van de vrede van 21 september, die zo een dag van de Vrede en van het Samenleven zou worden.

Deze internationale inplanting verhindert overigens de ‘Alawiyya niet zijn plaats van uitstraling in Mustaganem te bewaren, meer bepaald rond de Djenan el-‘Arif, “De vallei van de tuinen”. Gedurende deze maand september 2016, hebben de verantwoordelijken van deze soefi beweging in Mustaganem een ontmoeting georganiseerd die meer dan drieduizend personen samenbracht rondom drie persoonlijkheden die de prijs Abdelkader ontvangen hebben voor hun inzet ten gunste van de vrede. Het betrof hier voor ten Zuiden van de Middellandse Zee Lakhdar Brahimi, die namelijk de verantwoordelijkheid gekregen had om de Verenigde Naties te vertegenwoordigen in Syrië gedurende de eerste jaren van de Syrische crisis, en verder Frederico Mayor voor Europa, oud verantwoordelijke van de Unesco, evenals een Canadees voor Amerika.

Andere structuren hangen af van individuele initiatieven die steunen op het spirituele patrimonium van de Islam, zonder verwijzing naar een particuliere broederschap. Dat is, bijvoorbeeld, het geval van de groep van spirituele studies die vergadert te Tlemcen in de oude Khaloua Sidi Sennouci (XVIe eeuw). Soms betreft het hier eenvoudig lokale tradities die de gedachtenis behouden van een grote oude, zoals Si M’barerk Ben Alla te Kolea. Soms, nog, betreft het populaire tradities die een heel gebied omsluiten en elk jaar duizenden bezoekers aantrekken vanuit heel Algerije, zoals de week van de Mawlid al-nabawi van Timimoun.

Anderzijds op een universitair vlak, verwekt die terugkeer naar het soefisme opzoekingen over de bronnen van die beweging. Sidi Boumedienne, vereerd te Tlemcen, maar Andalusiër van oorsprong, is onlangs het voorwerp geweest van een internationaal universitair colloquium te Béjaia waar hij had onderwezen. Ibn’Arabi is ook het thema geweest van een ander universitair colloquium georganiseerd in het kader van de jaarlijkse initiatieven van de structuur “De wegen van het geloof” die afhangt van het Onderzoekscentrum van het ministerie van de Cultuur. Eén van de meest betekenisvolle evoluties, in dit domein, is het recente herontdekken door de Algerijnse maatschappij van het handboek over Mystiek van de Emir ‘Abd el-Qader, Kitâb al-Mawâqif. De Stichting van de Emir heeft onlangs de uitgave door ‘Abd el-Baqi Meftah gesteund van deze eerste Algerijnse uitgave van de 372 Mawkif [2] van de Emir. Zijn traktaat over de mystiek verzamelde de spirituele onderrichten die hij gaf, tot zijn dood, in 1882, in een moskee van Damascus. Het is een eeuw later, in 1982, dat de uitgave door Michel Chodkiewicz van de “spirituele geschriften” van de Emir, zijn actualiteit heeft weergegeven van dit spirituele erfgoed. Het is nu een belangrijk element geworden van de herontdekking, in Algerije, van het immense spiritueel patrimonium nagelaten door Ibn’Arabî aan de ganse moslimgemeenschap.

In deze stroming van de spirituele Islam, maar buiten de eigenlijke soefi bewegingen, begint menzelfs initiatieven te ontmoeten die een zeer sterke boodschap voorstellen, maar met andere verwijzingen. Men kan twee recente voorbeelden geven die dit illustreren. Op de eerste plaats dat van Karima Berger, een schrijfster van Algerijnse oorsprong die in Frankrijk leeft en die onlangs werd verkozen in Parijs als Voorzitster van de beweging van de spirituele schrijvers. Zij heeft reeds verschillende boeken gepresenteerd die ertoe leiden haar spirituele meditatie te vervoegen, in een formulering die zeer nieuw is voor een moslim gelovige. Dat is bijzonder merkbaar in haar meditatie over de boodschap die Etty Hilsum ons laat waarmee zij in dialoog treedt, over de barrière van de dood heen, om haar te spreken over haar zoeken naar God en naar de zin van het leven als antwoord op de boodschap die deze jonge vrouw, komende uit het judaïsme, ons gelaten heeft. Farida Zerrai heeft ons onlangs ook een mooi spiritueel boek gegeven, vertrekkend vanuit het zoeken van de familie van Mohamed, de man die zijn leven had gegeven om dat van Christian de Chergé te redden tijdens de oorlog van Algerije.

Men zou ook, in deze gedachtestroom, talrijke verklaringen kunnen voegen van de actuele Algerijnse Minister van Religieuze Zaken, Mohamed Aissa. Hij heeft herhaaldelijk bevestigd dat de Algerijnse crisis van de jaren 90 voortgekomen was uit lezingen van de Islam gekomen uit het Midden Oosten en dat Algerije zou moeten terugkeren naar zijn ware bronnen die deze zijn van ‘de Islam van Cordoba’, toen deze werd begrepen als een tijd toen de Islam de openheid ontwikkelt van het denken, de cultuur, de filosofie en het respect voor de andere religieuze tradities. Men zou overigens ook in deze gedachtestroom nieuwe vertolkers van de Islam kunnen zetten zoals, bij voorbeeld, de imam van Villeurbanne in Lyon, Azeddine Gaci, wiens onderrichten het nadenken over de traditionele spiritualiteit uitdiepen en vernieuwen.

De traditie van discretie van de soefi ervaring laat haar niet toe in de Algerijnse maatschappij een plaats in te nemen die even merkbaar is als andere initiatieven die systematisch beroep doen op de media. Maar het is duidelijk dat na de excessen van de salafistische Islam of slechter nog van de actuele Islam van de djihad, een nieuwe spirituele moslim stroming, authentiek ingeworteld in de traditie, zijn plaats opnieuw heeft ingenomen in de Algerijnse maatschappij en beschouwd moet worden als één van de levende elementen van het universele patrimonium voor iedereen beschikbaar in zijn spiritueel zoeken.

Bron : Bulletin Eglise Algérie 26.10.2016
https://www.eglise-catholique-algerie.org/index.php?option=com_k2&view=item&id=2385:algerie-le-mysticisme-soufi-contre-l-extremisme-henri-teissier&Itemid=1044

[1Een zaouïa (ook anders geschreven als : zaouiya, zawiya of zawiyah) is een religieus islam gebouw. In het Turks wordt het “zaviye” genoemd. Het is ook de broederschap en heel de gemeenschap die zich vormt rondom dit spirituele en sociale centrum.

[2Spirituele geschrift


Homepagina | Contact | Overzicht van de site | | Statistieken van de site | Bezoekers : 361 / 1152723

De activiteit van de site opvolgen nl  De activiteit van de site opvolgen Afrika  De activiteit van de site opvolgen Algerië   ?    |    titre sites syndiques OPML   ?

Site gebouwd met SPIP 3.0.28 + AHUNTSIC

Creative Commons License