missionarissen van afrika
missionnaires d’afrique

L A V I G E R I E . be

Pater André Paredis

samedi 23 juillet 2016 par J.V.
  Gisterennamiddag, 21 juli 2016, vernamen wij het overlijden te Genk van onze confrater
 
André Paredis


Hij was enkele dagen geleden in het ZOL opgenomen met een zwaar bronchitis en hart- en nierproblemen, maar daarna naar palliatieve zorgen overgebracht. André is zachtjes ingeslapen, omringd door enkele familieleden.

André is op 15 augustus 1933 geboren te Neerglabbeek in de provincie Limburg. Vader had een kleine boerderij en werkte ook bovengronds voor ‘de mijn’. Hij volgde de klassieke humaniora op het Klein seminarie te Sint-Truiden. Alhoewel hij zich al geruime tijd als priester van het bisdom had gezien, trad hij in september 1951, na een eerder toevallig contact, toch binnen bij de Witte Paters te Boechout. Volgden dan de gewone cyclus : noviciaat te Varsenare en theologie te Heverlee, waar hij op 5 juli 1958 zijn missionariseed uitsprak en op 2 februari 1959 door Mgr. Bigirumwami priester werd gewijd. Hij werd daarna naar de universiteit van Leuven gestuurd, waar hij in 1961 een candidatuur in Opvoedkundige Wetenschappen behaalde.

Tijdens zijn studies in Heverlee was André aalmoezenier van de Chiro te Herent ; hij trok er iedere zondag naartoe en ook nog een avond in de week voor de vergadering met de leiding. André kwam uit een familie van fanfare-muzikanten et was zelf een uitstekend trompettist van onze eigen fanfare. Zijn professoren beschrijven hem als een verstandig en evenwichtig man, kordaat, energiek, een man uit één stuk, temparamentvol ; hij is een grote werker, man van plicht, hard voor zichzelf ; soms wellicht een beetje te veeleisend…

Benoemd in Congo, vertrekt André op 18 oktober 1961 en wordt onderpastoor te Aba in Ituri, daarna in Essebi. In oktober 1963 begint André zijn lange carrière in het onderwijs : hij wordt directeur van de “Humanités pédagogiques” te Luma, een normaalschool die leerkrachten vormde voor het lager onderwijs). Het is merkwaardig dat hij er steeds in slaagde professoren te ronselen in Vlaanderen om ze in zijn verre brousse te doen werken. Hij durfde ze zo nodig ook afsnoepen van het college van Bunia door hen te overtuigen dat het leven in het binnenland veel interessanter was. Hij kreeg het daardoor wel eens aan de stok met de inspecteur van de scholen Win Van Hoef. Hij bouwde mooie huizen voor zijn leraars om hen het eenzame en harde brousseleven zo aangenaam mogelijk te maken. Hij bleef contact met hen houden tot kort voor zijn afsterven.

In 1964 ondergaat Ituri de opstand van de Mulelisten, ook Simba’s genaamd. André is tijdens de maand augustus een handje gaan toesteken in Aru. De Grieken en de protestanten zijn daar al vertrokken. Tenslotte, na twee maanden onder de rebellen, toen andere paters al een week in de gevangenis zaten, moeten ook André en confraters het veld ruimen. Ze steken de grens over naar Arua in Uganda, vanwaar men hen doorstuurt naar Rwanda, om tenslotte in Goma te belanden. André gaat een handje toesteken in de Cycle d’Orientation (C.O.) te Masisi. Onze ‘ballingen’ zetten zich zelfs aan de studie van het Kiswahili, maar hun hart is er niet bij. André schrijft aan de provinciaal van België : “Wat zullen we nog terugvinden na zovele maanden bezetting, terugvinden van onze mensen en van alles wat we hebben achtergelaten ? Ik weet niet of ge het ooit hebt meegemaakt, maar zo alles in de steek moeten laten, zonder te weten wanneer men zijn mensen weer eens kan terugzien, is het hardste dat ik ooit heb meegemaakt.” Wat later schijft hij : “Dat een missionarishart zo kon lijden had ik nooit durven denken, om zijn vermoorde confraters en verlaten christenen”.

Na een verlof in Europe in 1965 gaat André in september naar Essebi, als directeur van de C.O. In september 1966 kan hij eindelijk terugkeren naar Luma en de normaalschool teug in handen nemen. Dat zal hij blijven doen, 11 jaar lang, met toewijding en competentie, tot in september 1975. Tijd om over te schakelen naar parochiewerk. André wordt onderpastoor benoemd in Ariwara, twee jaar later pastoor en overste te Aba. In oktober 1981 eist het onderwijs weer zijn beste krachten op : hij wordt verantwoordelijk voor de ‘Coordination Scolaire’ van het bisdom Mahagi, met als standplaats de parochie van Logo, waar hij bij gelegenheid een pastoraal handje toesteekt. Hij is inderdaad veel op de baan om zoveel mogelijk scholen te bezoeken en van materiaal te voorzien. Vooral in het droog seizoen, vermits veel wegen in volle regenseizoen niet berijdbaar zijn. Het schoolmateriaal op tijd en ‘ongeschonden’ in Mahagi krijgen is een andere bekommernis. Hij staat ook in voor de bijscholing en de recy- clages van het onderwijzend personeel en ook hun geestelijk welzijn is hem toevertrouwd.

In 1996 breekt in Oost-Congo de eerste Banyamulenge-rebellie los, versterkt door andere anti-Mobutu strijders, die een jaar later Laurent-Désiré Kabila aan de macht zullen brengen. Op 11 december 1996 worden André en zijn confraters geëvacueerd richting Arua en Kampala. André is in mei 1997 terug in Congo, in Aru. In oktober 1997 neemt hij zijn taak als school-coördinator weer op, ditmaal vanuit Ugonjo. In 1998 moet hij voor het eerst op verlof wegens gezondheidsproblemen. In het jaar 2000 doet André een sabbatjaar, met sessies in Rome en Jeruzalem.

Begin 2001 vinden we hem terug als econoom van het ISR te Bunia. Hij eindigt het jaar met een nieuw vertrek om gezonheidsredenen. In mei 2003 beleeft André zijn derde evacuatie bij oorlogsgeweld, maar toch keert hij terug zodra het ergste gevaar geweken is. Zijn laatste jaren in Ituri is hij werkzaam in de parochie van Aru. In juni 2008 wordt zijn gouden priesterjubileum plechtig gevierd te Ugonjo.

Op 1 december 2010 verlaat hij definitief Congo. Met de schamele gezondheid die hem nog rest. Hij neemt zijn intrek in onze gemeenschap van Genk. In 2015 heeft hij meer verzorging nodig en vervoegt onze confraters in Munsterbilzen. Omwille van de goede verzorging was hij het er rap gewoon. Hij leerde er al vlug van een Turkse verpleegster dat men in Turkije niet ‘met z’n gat in de boter’, maar ‘in de honing is gevallen’… Hij kan vol erkenningen geluk terugblikken op een rijk gevuld en gegeven missionarisleven.

  De verrijzenisliturgie zal plaats hebben op donderdag 28 juli 2016 om 10u30 in de Sint-Hubertuskerk te Neerglabbeek (postnummer 3670). De teraardebestelling zal plaats hebben te Varsenare.
Albe en witte stool zoals gewoonlijk.
 

Gelieve telefonisch pater Bob Gaul te verwittigen van uw aanwezigheid (089 50 30 27 of GSM 0479 34 96 73).

 
Jef Vleugels           
 

Accueil | Contact | Plan du site | | Statistiques du site | Visiteurs : 507 / 1152696

Suivre la vie du site fr  Suivre la vie du site Onze overledenen   ?    |    titre sites syndiques OPML   ?

Site réalisé avec SPIP 3.0.28 + AHUNTSIC

Creative Commons License