missionarissen van afrika
missionnaires d’afrique

L A V I G E R I E . be

Pater Jan Hoogmartens

mercredi 24 février 2021 par Webmaster2

Onze confrater Jan Hoogmartens is op 4 januari zacht ingeslapen in het Sint-Vincentiushospitaal te Antwerpen.

Jan is geboren op 12 mei 1932 te Tongeren in de provincie Limburg. Vader was leraar in het atheneum, maar overleed in 1947, toen Jan nog de klassieke humaniora volgde op het Onze-Lieve-Vrouwkollege in zijn geboortestad. In september 1951 trad hij binnen bij de Witte Paters te Boechout. Na het noviciaat te Varsenare deed hij zijn theologische studies te Heverlee. Op 6 juli 1957 legde hij er zijn missionariseed af en werd op 6 april 1958 priester gewijd. Jan was een optimistisch ingestelde en enthousiaste jongeling. Hij was geen intellectuele hoogvlieger, maar blonk uit door zijn praktische handigheid. Bij alle handenarbeid was hij in zijn element. Dienstbaar, was hij zeer op prijs gesteld in de gemeenschap. Hij had veel gezond verstand en kon het werk organiseren. Hij was wel recht voor de vuist en kon zo soms wel iemand kwetsen.
Na wat beschouwd werd als militaire dienst (en ook een geapprecieerde cursus tropische ziekten inhield), vertrokken Jan en wijlen Richard Van Doorslaer op 1 april 1959 per moto naar Marseille, waar ze inscheepten voor Dakar ; daar namen zij de trein naar wat toen nog de “préfecture apostolique Kayes” heette. Richard reisde verder ; Jan was benoemd in Guene-Gore (300 km ten zuiden van Kayes). Deze parochie telde toen na tien jaar slechts één gedoopte en een groep “sympathisanten”. Jan leert de taal, het Malinké ; er was nog geen taalcentrum…

De bevolking bestond uit eenvoudige landbouwers, arm, maar wel open en gastvrij. De voornaamste activiteit bestond uit sociale werken : dispensarium – waar Jan veel tijd doorbracht-, scholen, tuinbouw en boomkweek. In het dispensarium kwam zijn “militaire opleiding” goed van pas. Veel “tournées”, meestal te voet in de bergen. De eerste twee jaar had de parochie geen auto ; ieder confrater had een moto en een fiets. Jan geeft een boekje uit met de gebeden voor de zondagen van het jaar, gevolgd door een gezangenboek. In 1963 werd een kerk gebouwd. In 1965 werd Jan er pastoor. Hij bouwde een internaat voor de kinderen van de ver afgelegen dorpen ; de ouders betaalden met graan en pindanoten. De lagere school was vanaf de eerste dag volledig in het Frans. Jan begon al vlug enkele jongeren, die niet naar school gingen, leren lezen in hun taal ; hij stelde er een boekje voor samen, waarin hij de taal niet op z’n Frans maar fonetisch schreef, met succes. Daaruit groeiden zowat overal groepjes die elkaar leerden lezen. ”Ik bleef altijd bezig met alfabetisatie, schrijft Jan, en later kwam daar rekenen bij”.

In 1970 word Jan in Kassama benoemd, boven op de “falaise” en met milder klimaat, eerst als onderpastoor, maar vanaf 1974 als pastoor. Tijdens zijn verlof in 1973 schrijft Jan zich in voor een opleiding als piloot. Hij droomde, zo schrijft Antoine Paulin, régional, van een vliegtuig in dienst van het bisdom, maar heeft dat gedacht gelukkig laten varen. In die tijd kende de Sahel een grote droogte. Jan werd belast met het aanleggen van waterputten, waar hij al enkele ervaring van had opgedaan te Guene-Gore. Een Nederlandse confrater was daarmee begonnen. Zij beschikten over een compressor, boorhamers en dynamiet. Jan had een Nederlandse medewerker en leidde ook een oud leerling uit Guene-Gore op. Daarnaast legden de paters ook wegen aan en bouwden bruggen. Een aantal kleine christengemeenschappen zagen het licht. Enkele jongeren werden gevormd als “chef de prière”. Tijdens zijn verlofperiodes in België gaf Jan dia-avonden “die veel succes hadden”. Maar hij stelde ook vast dat de confraters uit Centraal Afrika “een totaal onbegrip over ons werk” hadden.

Begin 1978 wordt Jan benoemd in de hoofdplaats Kayes ; daar spreekt men Bambara, verwant met Malinké. De droogte verplicht hem de aanleg van putten te intensifiëren. Uit Luik krijgt hij een vrachtwagen en uit Holland een tweede compressor. Van Franse technici leerde hij om aan de hand van luchtfoto’s tektonische breuken te zoeken, waarop putten best geplaatst worden om meer kans te hebben op water… In die periode begon hij meer en meer te werken aan vertalingen. De paters legden ook nieuwe wegen aan in het gebergte ; de mensen uit de geïnteresseerde dorpen werden betaald door een organisatie “Work for Food”. Jan’s verstandhouding met zijn Malinese pastoor was niet optimaal. In 1982 kan hij als pastoor terug naar Kassama, maar hij voelt zich onheus behandeld. Van dan af vindt hij altijd een reden om niet meer naar vergaderingen en bijeenkomsten allerhande te gaan. In september 1981 neemt Jan in Jeruzalem deel aan de sessie/retraite. Rond die tijd worden de scholen overgenomen door de staat, behalve het internaat.

Na zijn verlof in 1985 wordt Jan benoemd te Sagabari, nog altijd in het bisdom Kayes. Daar spreekt men weer een ander dialect van het Malinké. Het werk aan de vertalingen gebeurde nog altijd met stencils… Tot hij in 1989 terugkwam uit verlof met een laptop en een printer die op 12 volt werkte met een zonnepaneel en een autobatterij. “We schreven een synopsis van de vier evangeliën, celebraties zonder priester voor iedere zondag van het jaar, lezingen voor alle zondagen van het jaar…” De toenmalige regionaal, pater Aymer de Champagny, noteert dat Jan “zich teveel opsluit in zijn parochie, die hij maar zelden verlaat, zonder geïnteresseerd te zijn door wat er elders gebeurt… met als gevolg een zekere bekrompenheid van geest, die niet in zijn voordeel speelt”. In oktober 1990 komt Jan op ziekteverlof : hij lijdt aan evenwichtsstoornissen. Als hij in 1994 - Jan is dan 62 - verneemt dat men in de Prokuur van Antwerpen iemand zoekt om Carlo Ooms (77) en Jan Defour (82) stilaan te vervangen, schrijft hij aan pater Toon Van den Avenne, die de brief doorspeelt aan de nieuwe provinciaal, Theo Caerts : “Ik ben niet gemaakt om hier ‘gelukkig’ oud te worden”. Joseph Vanrenterghem, regionaal, regelt zeer diplomatisch het vervroegd vertrek van Jan.

En zo komt Jan begin 1996 op de Prokuur terecht. Voor veel bestellingen die technisch inzicht vereisen, is hij de juiste man. Hij bracht ook de eerste computer binnen in de burelen van de Prokuur. Jan was wellicht een van de eersten, samen met Fons Vanden Boer, die inzag dat de klassieke Prokuur stilaan haar tijd had gehad. En Wereld-Missiehulp stond klaar om het werk over te nemen. Maar het plan om ‘stilaan af te bouwen’ viel niet bij iedereen in goede aarde. Jan schreef aan de provinciaal : “Ik heb hier drie zeer moeilijke jaren achter de rug en heb het groot nodig van lucht te veranderen”. Hij trok als econoom naar Genk. Als Gerard Haels van onze dienst Mutualiteit in Brussel terug naar Congo vertrekt, valt de keuze om hem te vervangen op Jan. Maar Jan zelf speelt in diezelfde periode met het gedacht terug naar Mali te vertrekken, waar in zijn vroegere streek een jonge Congolese confrater, Freddy Ngoy, na een ernstige operatie overleden was. Jef Vleugels, provinciaal, weigert Jan te laten vertrekken. Begin mei 2001 installeert Jan zich in het bureel van de Mutualiteit. Eind 2003 komt Mevrouw Catho Schoofs, na de sluiting van ANB-BIA, hem bijstaan. Bij haar pensionering wordt zij in 2006 opgevolgd door Mevrouw Anne De Corte. Jan heeft die dienst technisch helemaal op punt gesteld. In 2007 mag Jan op zijn beurt de fakkel overgeven aan Hugo Mertens en vervoegt hij onze gemeenschap van Antwerpen. Daar is hij nog vele jaren de assistent van enkele economes en de dienstbare duivel-doet-al van de gemeenschap : elektriciteit, telefonie, computeraansluitingen, boodschappen met de fiets voor de confraters en allerlei herstellingen in het atelier dat hij in de vroegere prokuur heeft geïnstalleerd. En hoeveel computers heeft hij over en weer gesleurd naar en van zijn vriend Bob Van Houtven ! Hij was nog een van de actiefste mensen van onze Antwerps gemeenschap. We zullen hem missen !

Op 30 december voelde Jan zich erg ziek en werd hij opgehaald met een ambulance. De beademing lukte niet. In de voormiddag van 4 januari 2021 is hij in de palliatieve verzorging overleden.

Jef Vleugels

Omwille van de coronaomstandigheden ging de uitvaartliturgie in beperkte kring door op vrijdag 8 januari 2021 in onze kapel te Varsenare om 10h30, gevolgd door de teraardebestelling ter plaatse.


Accueil | Contact | Plan du site | | Statistiques du site | Visiteurs : 2952 / 1152704

Suivre la vie du site fr  Suivre la vie du site Onze overledenen   ?    |    titre sites syndiques OPML   ?

Site réalisé avec SPIP 3.0.28 + AHUNTSIC

Creative Commons License