missionarissen van afrika
missionnaires d’afrique

L A V I G E R I E . be

Pater Harry Kerkhofs

mardi 31 mai 2016 par J.V.
  Zaterdagmorgen, 28 mei 2016, iets voor vijf uur is onze confrater
 
Harry Kerkhofs


vredig ingeslapen in de Sint-Michielskliniek hier vlak bij ons.
Verleden donderdag 26 mei hadden de dokters besloten alle speciale medische middelen stop te zetten, ook de dialyse. Zij hadden inderdaad bij Harry, ook al was hij verschillende weken op intensieve zorgen, geen enkel teken van beterschap vastgesteld. Men moest hem gewoon laten gaan.
Na bijna vier lange jaren moedig vechten, met drie uitputtende dialysesessies par week, mocht Harry eindelijk rusten in de armen van zijn Heer, aan wie hij zijn ganse leven gegeven had.

Harry werd op 11 februari 1932 geboren te Overpelt in een zeer christelijke en welstellende familie. Hij begon zijn humaniorastudies te Neerpelt om ze te beëindigen in het Sint-Laurentiuscollege te Aalst. In september 1953 trad hij binnen bij de Witte Paters te Boechout, deed zijn noviciaat te Varsenare en theologie te Heverlee. Daar legde hij op 4 juli 1959 zijn missionariseed af en werd hij op 2 februari 1960 priester gewijd door Mgr. Geeraerts. Harry was gedurende zijn vormingsjaren geen intellectuele hoogvlieger maar, zo getuigen zijn professoren, een ‘chique type’, altijd goedgemutst, edelmoedig en steeds klaar om te helpen, een ‘pracht van een karakter’, een grote werker… Harry was technisch onderlegd en een excellent elektrieker. Wat teruggetrokken, erg nerveus, maar diepgelovig en vroom. Op zijn aanvraag werd Harry in Burundi benoemd, waar zijn kozijn Paul reeds werkzaam was.

Op 17 december 1960 vertrekt hij naar Burundi en wordt onderpastoor benoemd te Makamba in het bisdom Kitega, waar hij de taal leert. Het jaar daarop is hij econoom te Kibumba, aalmoezenier van het hospitaal en godsdienstleraar op de Sociale School. In januari 1964 wordt hij naar Bujumbura geroepen als econoom van het Grootseminarie. Zijn handigheid om alles en nog wat te repareren wordt erg op prijs gesteld. Zijn werk en toewijding als econoom wordt geapprecieerd. Hij onderwijst er ook wetenschappen en is in de stad aalmoezenier van de Gidsen. Sterk van gezondheid is hij niet en af en toe is hij aan rust toe. In 1965 wordt hij ook nog godsdienstleraar op de Belgische School. Harry onderhoudt goede relaties met de leerlingen en met de ouders en houdt van dat werk. In 1970 wordt hij onderpastoor benoemd van de Kathedraal, maar blijft als assistent-econoom werkzaam op het Grootseminarie. Hij wordt aalmoezenier van Scouts en Gidsen. In 1972 moet Harry zich laten behandelen tegen de slaapziekte, maar herstelt goed.

In september 1978 stellen de oversten aan Harry een recyclageperiode voor in België. Hij ziet dat wel zitten, want, zo schrijft hij, zo kan hij een tijd in de nabijheid van zijn ouder wordende moeder blijven. Hij beëindigt zijn sabbatjaar met de sessie-retraite in Jeruzalem. Alhoewel Claude Pagé, regionaal, hem terugverwacht in Bujumbura, benoemt de Belgische provincie hem voor de missieanimatie. Zo wordt hij in augustus 1979 tot december 1983 missie-animator in het bisdom Hasselt, met als standplaats onze gemeenschap van Genk. Zijn aandacht zal zich vooral toespitsen op colleges en andere scholen.

Op 14 november 1983 schrijft de toenmalige provinciaal van België, pater Jan Lenssen, aan Harry : “Na de beslissende stemming van de provinciale raad, bevestig ik uw benoeming als provinciaal secretaris, voor een eerste periode van drie jaar”. Verder legt de provinciaal de nadruk op de omvangrijkheid en veelzijdigheid van deze opdracht in dienst van de confraters en de absolute vertrouwelijkheid van deze functie… En zo begon Harry de wellicht meest ingrijpende en langste opdracht van zijn missionarisleven : tweeëntwintig jaar lang zal hij dé secretaris van de Belgische provincie zijn.

Alles was nieuw voor hem en alles was ook nog niet perfect georganiseerd. De meeste ‘eerste’ hulp kreeg hij van pater Diacre, maar die overleed drie weken later onverwachts. Een bezoek aan Rome gaf hem een beter inzicht in zijn taak en deed het belang van sommige documenten beter begrijpen. Wat hem het leven bijzonder moeilijk maakte was het feit dat elk geconcentreerd werk aanhoudend werd verstoord door telefoonoproepen en bezoekers die werden onthaald met een tas koffie in afwachting dat pater provinciaal of de econoom hen te woord kon staan. Nuntiuncula verscheen nog iedere maand, behalve in augustus. Vanaf de vijftiende van de maand moest de secretaris aandringen om tijdig over de teksten te kunnen beschikken. Het is ook Harry die de overgang van Nuntiuncula in A4 naar een brochure in A5 verwezenlijkte, dank zij Publisher.

De archieven droegen in het begin zijn enthousiasme niet weg (‘het muffe lokaal’ – ‘ik zag niet goed wat en hoe gedaan’), maar toen hij zijn taak doorgaf, waren alle documenten toch netjes geklasseerd in archiefdozen.

Harry functioneerde onder vijf provincialen ! Had een van hen een oud rapport van dit of een antwoordbrief van dat nodig, Harry vond het terug. Als een confrater in België zijn verjaardag vierde kreeg hij van Harry een telefoontje. Maar er worden in die tijdspanne ook meer dan 250 confraters ten grave gedragen… En voor ieder van hen stelde Harry de nodige documenten op. En dan waren er de mensen die inlichtingen zochten over hun grootnonkel-missionaris of de heemkring van een dorp dat foto’s van zijn missionarissen zocht…

Verschillende kloostergemeenschappen in het Brusselse hebben al die jaren kunnen rekenen op Harry’s diensten, per auto, per fiets of te voet… Stockel, La Chasse, les Soeurs de Chambéry de la rue Notre-Dame… Jarenlang begeleidde hij ook scholen op “sneeuwklas” in Zwitserland.

In 2006 heb ik Harry opgevolgd. Hijzelf verhuisde naar de Linthoutstraat. Hij zou nog af en toe in de archieven komen werken, maar daar is in de praktijk niets van gekomen. Hij was echt aan rusten toe. Aan het onthaal kon hij nog een flink handje toesteken. Zo lang hij kon ging hij nog op familiebezoek. “Wat deed het goed steeds bij hen welkom te zijn”, schreef hij. Tot hij ook dat niet meer kon. Maar zijn echte lijdensweg begon een viertal jaren geleden, toen de dialyse een vast en uitputtend stramien op zijn leven legde. Geen klacht kwam over zijn lippen. Moedig et nog vaak met een glimlach. Dankbaar voor het minste gebaar. En biddend.

Vaarwel, Harry !

  De verrijzenisliturgie zal plaats hebben op zaterdag 4 juni, om 10u30, in de Sint-Vincentiuskerk, Sint-Vincentiusplaats, 1140 Evere, gevolgd door de teraardebestelling op het kerkhof van de Witte Paters te Varsenare.
Concelebranten brengen een witte stola mee.
 

Een koffietafal zal worden aangeboden in de Taverne James, vlak bij de kerk. Voor het kerkgebouw bevindt zich een ruime parkeerplaats.

 
Jef Vleugels           
 

Accueil | Contact | Plan du site | | Statistiques du site | Visiteurs : 470 / 1152704

Suivre la vie du site fr  Suivre la vie du site Onze overledenen   ?    |    titre sites syndiques OPML   ?

Site réalisé avec SPIP 3.0.28 + AHUNTSIC

Creative Commons License